Ingebruikname; Algemeen; Controle Voor De Inbedrijfstelling; Inschakelen Van De Voeding - ABB SensyTemp TSP300-W Instrucciónes De Puesta En Marcha

6

Ingebruikname

6.1

Algemeen

Het apparaat is na de montage en installatie van de
aansluitingen gebruiksklaar.
De parameters zijn in de fabriek ingesteld.
6.2

Controle voor de inbedrijfstelling

Vóór de ingebruikname van het apparaat moeten de volgende
punten gecontroleerd worden:
— De omgevingsomstandigheden moeten overeenkomen
met de gegevens op het typeplaatje en het gegevensblad.
6.3

Inschakelen van de voeding

Bij levering is de batterij van het apparaat geïsoleerd met een
kunststofstrip. Door het verwijderen van de kunststofstrip
wordt het apparaat ingeschakeld.
Om het apparaat uit te schakelen moet een pool van de
batterij met een kunststofstrip worden geïsoleerd of de batterij
worden verwijderd.
6.4

Basisinstellingen

De ingebruikname van de SensyTemp TSP300-W kan via het
geïntegreerde LCD-scherm plaatsvinden (zie hoofdstuk
„Configuratie met het LCD-scherm" op pagina 13).
Daarnaast kan de ingebruikname van de SensyTemp TSP300-
W ook via de standaard HART-tools plaatsvinden. Daartoe
behoren:
— ABB HART Handheld-Terminal DHH805 (TTX300-W EDD)
— ABB Asset Vision Basic (TTX300-W DTM)
— ABB 800xA Besturingssysteem (TTX300-W DTM)
— andere tools, die standaard HART EDD's of DTM's
ondersteunen (FDT1.2)
AANWIJZING
Niet alle tools en randapplicaties ondersteunen in dezelfde
mate DTM's of EDD's. Met name de optionele of
uitgebreidere functies van de EDD / DTM staan bij alle tools
niet altijd ter beschikking. ABB biedt randapplicaties aan die
het volledige spectrum aan functies en vermogen
ondersteunen.
12 - NL CI/TSP300-W-X1 Rev. A | SensyTemp TSP300-W
De aansluiting op deze tools kan bedraad of draadloos
plaatsvinden. Bij de eerste ingebruikname heeft de bedrade
verbinding de voorkeur. De interface voor bedrade
verbindingen is de HART-Maintenance-Port.
Afb. 10 : Bedrade verbinding
1 HART-Maintenance-Port (handheld-terminal)
Normaliter moeten 3 parameters bij de eerste ingebruikname
worden ingesteld, om de verbinding van het apparaat met een
netwerk mogelijk te maken.
AANWIJZING
In verband met de gegevensbeveiliging wordt dringend
aanbevolen om de parameters NetworkID en JoinKey tijdens
de ingebruikname te wijzigen.
NetworkID
De NetworkID is het kenmerk van een netwerk en moet bij alle
apparaten in hetzelfde netwerk inclusief de gateway hetzelfde
zijn.
Andere netwerken kunnen parallel gebruikt worden, maar
moeten over een afwijkende NetworkID beschikken.
Het NetworkID is een 16 bit groot cijfer.
JoinKey
De JoinKey is belangrijk voor de autorisatie van een apparaat
dat met het netwerk moet worden verbonden. Dit dient voor
de veiligheid van het netwerk. De JoinKey kan in verschillende
netwerken hetzelfde zijn.
Bij de JoinKey gaat het om veiligheidsrelevante informatie, die
beveiligd moet worden. WirelessHART ondersteunt individuele
JoinKeys voor de draadloze apparaten in het netwerk. Dit
verhoogt weliswaar de veiligheid, maar vergt intensief
onderhoud.
Individuele JoinKeys worden niet altijd door alle gateways
ondersteund. JoinKey bestaat uit vier 32 bits cijfers (in totaal
128 bit).
AANWIJZING
Om veiligheidsredenen kan de JoinKey niet door het
apparaat worden uitgelezen, dus niet via het lokale LCD-
display worden weergegeven.
1
A11095