TSP341-N SENSOR VOOR NIET-INVASIEVE TEMPERATUURMETING | CI/TSP341-N-X1 REV. D
Explosieveiligheidsklasse Ex d – drukvaste behuizing
Ex-markering
Model TSP341-N-D7:
ATEX II 2 G Ex db IIC T6/T4 Gb (zone 1 en 2)
Type TSP341-N-J7:
IECEx db IIC T6/T4 Gb (zone 1 en 2)
Ex-bereik zone 1, 2
A Sensoren voor de oppervlakte- en de omgevingstemperatuur
B Meetomvormer in de aansluitkop
C Ex d-behuizing (IP 6X) met Ex d-kabelwartel
D Voedingscheider met spanningsbegrenzer (30 V)
E Zekering 32 mA
Afbeelding 5: Aaneenschakeling in explosieveiligheidsklasse "Ex d – Drukvaste
behuizing"
De TSP341-N in explosieveiligheidsklasse Ex d – Drukvaste
behuizing wordt geleverd met een meetomvormer zonder
intrinsieke veiligheid.
Aanwijzingen voor de aansluiting
•
De voedingsstroom van de meetomvormer moet door een
ervoor geplaatste zekering met een nominale
zekeringsstroom van 32 mA worden beperkt.
•
Maximale voedingsspanning van de meetomvormer: 30 V DC.
•
De explosieveiligheidsklasse "Ex d – Drukvaste behuizing"
wordt pas bereikt bij vakkundige montage van een apart
gecertificeerde kabelwartel die valt binnen
explosieveiligheidsklasse Ex d met de bijbehorende
markering.
•
Voor de montage en demontage van onderdelen (Ex-kabel-en
leidinginvoeren, aansluitdelen) zijn alleen degene toegestaan
die minimaal technisch voldoen aan de stand van het actuele
typegoedkeuringscertificaat PTB 99 ATEX 1144 X en waarvoor
een apart testcertificaat beschikbaar is. De in de betreffende
certificaten van de onderdelen opgenomen
toepassingsvoorwaarden dienen daarbij te worden
aangehouden.
•
•
Veilige omgeving
•
•
Ingebruikname
De ingebruikname en parametrering van het apparaat mag ook in
een explosiegevaarlijk gebied via een overeenkomstig
toegestane handheld-terminal met een intrinsieke
veiligheidsverklaring plaatsvinden.
Daarnaast kan een Ex-modem buiten het explosiegevaarlijke
bereik op de stroomkring worden aangesloten.
Voor de aansluiting moeten geschikte kabel- en
kabelinvoeren resp.pijpleidingsystemen worden gebruikt die
aan de eisen van EN 60079-1 voldoen en waarvoor een apart
testcertificaat beschikbaar is. Bij aansluiting op
buisleidingsystemen moet de bijbehorende afdichtinrichting
rechtstreeks op de behuizing worden bevestigd.
Het is niet toegestaan om gebruik te maken van eenvoudig
ontworpen kabelinvoeren (PG-schroefverbindingen) en
blinddoppen.
Niet gebruikte openingen dienen conform EN 60079-1 te
worden gesloten.
De toevoerleiding moet stevig worden bevestigd en zodanig
worden gelegd dat voldoende bescherming tegen
beschadiging gegarandeerd is.
NL – 13
117