Speciale Functies En Procedures - Nice NL085K0DC Instrucciones Y Advertencias De Instalación Y Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 28
8.5.1 - Opdrachten die met een OXI ontvanger kunnen worden uitgevoerd
Als de meegeleverde ontvanger wordt vervangen door het model OXI, kan, door de
zender in "Modus II uitgebreid" op te slaan, aan iedere toets van de zender een van
de volgende opdrachten worden gekoppeld:
Opdracht nr. 1 = Openen
Opdracht nr. 2 = Sluiten
Opdracht nr. 3 = Stoppen
Opdracht nr. 4 = Stoppen
Opdracht nr. 5 = Stap-voor-stap
Opdracht nr. 6 = Stap-voor-stap woonblok
Opdracht nr. 7 = Stap-voor-stap hoge prioriteit
Opdracht nr. 8 = Gedeeltelijk openen 1
Opdracht nr. 9 = Gedeeltelijk openen 2
Opdracht nr. 10 = Openen en automatisering vergrendelen
Opdracht nr. 11 = Sluiten en automatisering vergrendelen
Opdracht nr. 12 = Automatisering vergrendelen
Opdracht nr. 13 = Automatisering ontgrendelen
Opdracht nr. 14 = On timer gebruikerslicht
Opdracht nr. 15 = On-Off gebruikerslicht
Raadpleeg voor het opslaan van de zender de handleiding van de ontvanger. Deze
is tevens te downloaden op de website www.niceforyou.com.
9

SPECIALE FUNCTIES EN PROCEDURES

9.1 - Functie "Thermische beveiliging van de motor"
De motor is ontworpen voor gebruik in woningen en dus voor onregelmatig gebruik.
Hij werkt gegarandeerd 4 minuten achtereen en in geval van oververhitting (bijvoor-
beeld als hij voortdurend en langdurig aanslaat) grijpt automatisch een "thermische
beveiliging" in die de elektrische voeding onderbreekt en de motor zijn normale wer-
king laat hervatten zodra de temperatuur weer binnen de normale waarden valt. Deze
functie kan niet gedeactiveerd worden.
9.2 - Functie "Altijd openen"
De functie "Altijd openen" is een eigenschap van de besturingseenheid die het moge-
lijk maakt om het rolluik altijd te openen als de opdracht "Stap-voor-Stap" een duur
heeft van meer dan 2 seconden. Dit is handig, bijvoorbeeld als aan de klem "PP" het
contact van een programmeerklok wordt aangesloten om het rolluik op een bepaalde
tijd open te houden. Deze eigenschap is geldig, ongeacht de geprogrammeerde
waarde voor de ingang "PP", met uitsluiting van de waarde "Woonblok 2" (zie de
parameter "Functie Stap-voor-stap" in Tabel E).
9.3 - Functie "Sowieso bewegen"
Indien enkele veiligheidsinrichtingen niet correct functioneren of buiten gebruik zijn,
kan de poort bediend en bewogen worden in modus "mens aanwezig". Raadpleeg
voor meer informatie paragraaf 4 - "Bediening met veiligheidsinrichtingen buiten ge-
bruik" in de bijgevoegde "Handleiding voor gebruik".
9.4 - Volledig wissen van het geheugen
Met de volgende procedure kan het geheugen volledig gewist worden en kunnen
tegelijkertijd de fabriekswaarden hersteld worden.
01. Zorg ervoor dat de motor stilstaat.
02. Houd tegelijkertijd de toetsen [▲] en [▼] ingedrukt, en laat ze los zodra alle leds
tegelijk gaan branden.
04. De procedure is voltooid als alle leds uitgaan en de leds L1 en L2 knipperen.
Let op! – Deze procedure wijzigt de parameter behorend bij de draairichting van de
motor (parameter L8 – menu eerste niveau).
9.5 - Signalering batterij leeg
Als tijdens een beweging die wordt gevoed door de bufferbatterij PS124, de spanning
onder de 19.5V zakt, betekent dit dat de batterij leeg is. Dit wordt aangegeven door
het gebruikerslicht, dat aan het eind van de beweging zal gaan knipperen.
Dit zal stoppen als de spanning boven de 19.5V komt of bij het opnieuw inschakelen
van de netspanning.
9.6 - Signalering van de hoeveelheid energie die de motor
verbruikt
Als de automatisering in beweging is, gedragen de leds L1 tot L8 zich als een Vu-
meter. Deze geeft de hoeveelheid energie aan die de motor op dat moment verbruikt.
Bijvoorbeeld: L1 knippert = maximaal verbruik; L8 knippert = minimaal verbruik.
10
ONDERHOUD
10.1 - Waarschuwing onderhoud
Elke 4000 bewegingen waarschuwt de besturingseenheid de gebruiker dat het tijd is
om een onderhoudscontrole uit te voeren. De frequentie van deze waarschuwing kan
worden gewijzigd door een programmering op het tweede niveau uit te voeren (zie
paragraaf 8.4). Opmerking – De instellingswaarden "L2" tot "L8", aanwezig in Tabel
7
– Nederlands
E (parameter "Waarschuwing onderhoud") baseren zich op het aantal bewegingen.
De waarde "L1" baseert zich echter op de zwaarte van de bewegingen, dat wil zeg-
gen de belasting en duur van elke beweging.
De waarschuwing voor onderhoud wordt via het knipperen aangegeven. Deze fa-
brieksinstelling kan worden gewijzigd met een programmering op het tweede niveau
(zie paragraaf 8.4), door de parameter "Uitgang Flash" (in Tabel E) te selecteren en
de waarde "Onderhoudslampje" in te stellen.
Op basis van het aantal uitgevoerde bewegingen ten opzichte van de geprogram-
meerde limiet, geeft de inrichting de volgende signaleringen:
• Signaleringen door het knipperlicht
Aantal bewegingen
Onder 80% van de limiet
Tussen 81 en 100% van de limiet Aan het begin van de beweging blijft het 2 sec.
Boven 100% van de limiet
• Signaleringen door het onderhoudslampje
Aantal bewegingen
Onder 80% van de limiet
Tussen 81 en 100% van de limiet Knippert tijdens de gehele beweging
Boven 100% van de limiet
10.2 - Controle van het aantal uitgevoerde bewegingen
Met de volgende procedure kan het aantal uitgevoerde bewegingen worden gecon-
troleerd, in procenten ten opzichte van de ingestelde limiet. Voer voor de controle de
volgende procedure uit.
01. Druk op de toets [Set] en houd deze ingedrukt tot led L1 begint te knipperen.
Laat dan de toets los.
02. Druk de toets [▲] of de toets [▼] in om het knipperen naar de led L7 te verplaat-
sen, dat is de ingangsled voor de parameter "Waarschuwing onderhoud".
03. Druk de toets [Set] in en houd deze ingedrukt tot stap 05 is voltooid.
04. Wacht (ongeveer 3 seconden) tot de led gaat branden die het huidige niveau
aangeeft van de parameter "Waarschuwing onderhoud".
05. Druk tegelijkertijd de toetsen [▲] en [▼] in en laat ze direct weer los. De led be-
horend bij het geselecteerde niveau zal enkele keren knipperen. Het aantal keren
dat er geknipperd wordt geeft het percentage uitgevoerde bewegingen aan (in
veelvouden van 10%) ten opzichte van de ingestelde limiet. Bijvoorbeeld: met de
waarschuwing onderhoud ingesteld op L7, d.w.z. 10.000, correspondeert 10%
met 1.000 bewegingen; dus, als de led 4 keer knippert, betekent dit dat 40% van
de bewegingen is bereikt (d.w.z. tussen de 4.000 en 4.999 bewegingen). Als er
nog geen 10% van de bewegingen is bereikt, zal de led niet knipperen.
06. Laat ten slotte de toets [Set] los.
10.3 - De bewegingenteller op nul zetten
Na de uitvoering van het onderhoud van de installatie moet de bewegingenteller op
nul gezet worden. Dit doet u door de volgende procedure uit te voeren.
01. Druk op de toets [Set] en houd deze ingedrukt tot led L1 begint te knipperen.
Laat dan de toets los.
02. Druk de toets [▲] of de toets [▼] in om het knipperen naar de led L7 te verplaat-
sen, dat is de ingangsled voor de parameter "Waarschuwing onderhoud".
03. Druk de toets [Set] in en houd deze ingedrukt tot stap 05 is voltooid.
04. Wacht (ongeveer 3 seconden) tot de led gaat branden die het huidige niveau
aangeeft van de parameter "Waarschuwing onderhoud".
05. Druk gedurende minstens 5 seconden tegelijkertijd de toetsen [▲] en [▼] in. Laat ver-
volgens de toetsen los. De led behorend bij het geselecteerde niveau zal een aantal
keren snel knipperen om aan te geven dat de bewegingenteller op nul is gezet.
06. Laat ten slotte de toets [Set] los.
10.4 - Controle en automatische diagnose van werkings-
storingen
Tijdens de normale werking houdt de besturingseenheid voortdurend de processen
van de automatisering onder controle en kan eventuele storingen signaleren door
middel van vooraf bepaalde sequenties knipperingen van het knipperlicht, het gebrui-
kerslicht en "BlueBUS"-leds (de diagnostische knipperingen hebben altijd betrekking
op de laatste actie van de motor). Om de betekenis van het aantal knipperingen en
de bijbehorende oorzaken te begrijpen, raadpleegt u de hiernavolgende Tabel F:
TABEL F – diagnostische knipperingen
aant. knipp. oorzaak
1
Fout synchronisatie BlueBUS
2
Ingrijpen fotocel of fout Fototest
3
Onvoldoende kracht motor of obstakel gedetecteerd tijdens beweging
4
Ingrijpen Stop-inrichtingen
5
Fout in geheugenparameters
6
Ingrijpen interne bewegingenbegrenzer
7
Geen stroom in motorcircuits
8
Overstroom in motorcircuits
10.5 - Lijst van opgetreden storingen
De besturingseenheid maakt het mogelijk de eventuele storingen weer te geven die
zich in de laatste 8 bewegingen hebben voorgedaan, bijvoorbeeld het onderbreken
Signalering
Normaal (0.5s aan, 0.5s uit)
branden en herneemt dan de normale werking
Aan het begin en het eind van de beweging blijft
het 2 sec. branden en herneemt dan de normale
werking
Signalering
Aan gedurende 2 sec. bij het begin van de ope-
ning
Knippert altijd

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido