Voorstelling
3-2. Aansluiting van de koelverbindingen op de buitenunit
• De aansluitingen goed vastdraaien na-
dat u de 'flare'moeren opgedraaid hebt.
• Controleer de ingang na de flare. Er mag
geen enkele scheur of begin van een
barst inzitten. Kijk ook naar de tabel 'L'
(2,5 tot 2,7 mm voor een 3/8'' buis en 1,8
tot 2,0mm voor een 1/4'' buis).
• De moer met een dynamometrische sleu-
tel op de volgende koppelingen draaien:
17 N.m voor buizen van 1/4'' en 40 N.m
voor buizen van 3/8''.
• Zodra de aansluitingen gemaakt zijn, is
het nodig om een afdichtingscontrole
van de verbinding uit te voeren door ze
onder druk te zetten met stikstof.
3-3. Ontluchting
• Haal de beschermingsdoppen van de
toevoeropeningen (Schrader) Sluit de
blauwe flexibel van uw manometerset
hierop aan (met de kant voorzien van
een drukventiel in goede staat). Sluit de
gele flexibel met een ventiel aan op een
vacuumpomp uitgerust met een vacu-
meter, en open de blauwe kraan op uw
manometer;
• Stel de vacuumpomp in werking en open
het ventiel van de gele flexibel tot de
residuele druk in het circuit onder 0,01
bar komt. Laat de pomp nog 10 minuten
doorwerken nadat vacuum bereikt is.
• Sluit de blauwe kraan op uw manome-
ter (manifold) en het ventiel van de gele
flexibel, stop daarna de vacuumpomp
zonder de geplaatste kabels af te kop-
pelen.
Het ontluchten van de verbindingen is VERPLICHT.
Het reinigen door middel van spoeling is verboden.
Installatie
WAARSCHUWING :
Om elke gaslek te
verkomen, mag het
oppervlak enkel met
POE koelolie
ingesmeerd worden.
Blauwe exibel
Gebruik
Kijk na of (L) correct
ge ared is en niet
gebarsten of gescheurd
Met 2 sleutels vastdraaien
Dynamometrische
sleutel
Leiding van
de binnenunit
Tweewegventiel
Driewegventiel
Onderhoud
Sleutel (vast)
Koppelmoer
Verbinding
Gele exibel
57/116
57/116