Voorstelling
3
Onderhoud door een erkende installateur
3-1. Boiler
Om verzekerd te zijn van vele jaren goed functioneren van uw apparaat, moet u het om de
twee jaar laten controleren door een erkend installateur.
• Schakel de stroomvoeding van het apparaat uit (zekeringen, stroomonderbreker,...).
• Maak de tank leeg :
• De aanvoerkraan voor koud water van de veiligheidsgroep afsluiten,
• Een warmwaterkraan openen,
• Het veiligheidsventiel in positie 'ledigen' zetten.
• Demonteer het voorpaneel in geval van versie op sokkel, of het onderpaneel in geval van
wandmodel.
• Sluit de draden aan het einde van de thermostaat af.
• Demonteer het verwarmingsgedeelte.
• Verwijder de kalkaanslag in de vorm van klei of lagen op de bodem van de tank, en maak
voorzichtig de hulzen van de verwarmingselementen en van de thermostaat schoon. Pro-
beer niet de kalk van de wand af te krabben of er af te kloppen: u riskeert de binnenwand
van de boiler te beschadigen. De residus kunnen verwijderd worden met behulp van een
stof- en waterzuiger.
• Maak de binnenkant van de wand schoon (mogelijk is er korstvorming).
• Het is niet nodig de hybride ACI-klep te inspecteren of te vervangen.
• Hermonteer het verwarmingsgedeelte en gebruik daarbij een nieuwe dichting: de moe-
ren gelijkmatig vastdraaien (gekruist vastdraaien).
• Vul de boiler en laat daarbij een warmwaterkraan open staan: als er water uitkomt, is de
boiler vol.
• Controleer de dichtheid op het niveau van de dichting en plaats pas daarna de thermos-
taat en zijn steun terug ; sluit de stroomvoeding terug aan.
• Controleer de volgende dag opnieuw de goede dichtheid bij de dichting en draai indien
nodig de moeren licht aan.
• Controleer de stroomaansluiting.
• Zorg dat de temperatuursonde juist in de dompelbuis zit die zich in de buurt van de
elektrische verbinding bevindt (de sonde moet volledig in de dompelbuis zitten).
3-2. Buitenunit :
• De properheid van de verdamper en van de ventilator moet elk jaar gecontroleerd wor-
den. Bevuiling van deze onderdelen kunnen de prestaties van de warmtepomp vermin-
deren.
• De toegang tot de verdamper bevindt zich aan de achterkant van de buitenunit. De
schoonmaak ervan kan gebeuren zonder de carter van de buitenunit te demonteren.
• Als het nodig is kan de verdamper gereinigd worden met behulp van een penseel met
zachte haren. De verdamper moet op een delicate manier geborsteld worden om de wie-
ken van de verdamper niet te beschadigen. In geval de wieken geplooid worden, kan u
deze met een aangepaste kam terug rechtzetten (wieken op een afstand van 14 wieken/
duim).
• Men raadt aan om elk jaar een controle van de afdichting van het koelcircuit uit te voe-
ren.. In geval van lekkage moet de eigenaar de installatie terug conform laten maken.
Installatie
Gebruik
Onderhoud
69/116