MTD H15 Instrucciones De Funcionamiento página 47

Ocultar thumbs Ver también para H15:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 63
Gebruiksaanwijzing
Langzaam aan starterkoord
trekken tot weerstand voelbaar
wordt. Vervolgens snel en krach-
tig doortrekken tot de motor
start (afb. 11).
Trekstarter na de motorstart
niet laten terugschieten, maar
langzaam terugbrengen.
Motor ca. 1–2 minuten laten
lopen.
Chokehendel (2) in stand
zetten (afb. 10).
Gashendel (3) indrukken en ver-
volgens loslaten om koudestart-
blokkering te deactiveren (afb. 9).
De schakelaar (4) springt auto-
matisch in de oorspronkelijke
positie terug. De motor loopt
met onbelast toerental.
Opmerking
Het apparaat is goed warmgelopen
als de motor zonder haperen
op toeren komt.
Start bij warme motor
Contactslot (1) in stand I/START
zetten (afb. 9).
Chokehendel (2) in stand
zetten (afb. 10).
Apparaat op de grond duwen.
Langzaam aan starterkoord
trekken tot weerstand voelbaar
wordt. Vervolgens snel en krach-
tig doortrekken tot de motor start
(afb. 11).
Trekstarter na de motorstart
niet laten terugschieten, maar
langzaam terugbrengen.
Opmerking
Mocht de motor niet starten, choke-
hendel (2) in stand
Chokehendel (2) in stand
(afb. 10).
Motor stoppen
Afbeelding 9
Laat de gashendel (3) los.
Laat de motor onbelast lopen
om deze te laten afkoelen.
Contactslot (1) in stand 0/STOP
zetten.
Opmerking
Als de motor bij bediening van het
contactslot niet stopt, chokehendel
(2) in stand
zetten om motor
te laten stoppen (afb. 10).
Vóór verder gebruik van het
apparaat contactschakelaar door
een gespecialiseerde werkplaats
laten controleren.
Grastrimmer vasthouden
Houd het apparaat vast zoals afge-
beeld (afb. 12).
Let op het volgende:
– Draag een oogbescherming
en geschikte werkkleding.
– Stel de schouderriem op de juiste
hoogte in.
– Stel de greepstang zo in dat
u deze met uw handen kunt
vastgrijpen zonder uw armen
te hoeven uitstrekken.
– Het apparaat moet zich onder
taillehoogte bevinden.
– Houd de snijkop parallel aan
de grond, zodat u de te maaien
planten gemakkelijk kunt berei-
ken zonder voorover te hoeven
buigen.
Lengte van trimdraad
instellen
(afhankelijk van model)
Met de aantipknop van de snijkop
kunt u trimdraad toevoeren zonder
de motor te stoppen.
Stoot de snijkop iets op de grond
(afb. 13) terwijl u de grastrimmer
met een hoog toerental laat lopen
om meer draad vrij te geven.
Opmerking
De trimdraad moet altijd de maxi-
male lengte hebben.
Naarmate de trimdraad korter word
wordt, wordt de draadtoevoer
moeilijker.
zetten.
Elke keer wanneer de kop
zetten
op de grond wordt gestoten, wordt
ca. 25 mm trimdraad toegevoerd.
Een mes in de afdekking van het
maaiopzetstuk knipt de draad
op de juiste lengte af als er te veel
draad is vrijgegeven.
De aantipknop kan het best
op de kale of harde grond worden
gestoten. Wanneer u probeert
om de trimdraad in hoog gras toe
te voeren, kan de motor afslaan.
Houd de trimdraad altijd op volle-
dige lengte. Het toevoeren van
draad wordt moeilijker naarmate
de trimdraad korter is.
Opmerking
De aantipknop niet over de grond
trekken.
De draad kan breken door:
– vastraken in voorwerpen,
– normale materiaalmoeheid,
– het knippen van dikke stengels,
– slaan tegen muren of tuinhekken.
Tips voor de beste
trimresultaten
– Houd de snijkop parallel aan
de grond.
– Maai alleen met de punt van
de draad, in het bijzonder langs
muren. Maaien met meer dan
de punt vermindert het maaiver-
mogen en kan tot overbelasting
van de motor leiden.
– Gras van meer dan 20 cm hoog
moet in meerdere keren gemaaid
worden door het steeds een
stukje korter te snijden om een
voortijdige slijtage van de draad
of het aanlopen van de motor
te vermijden.
– Maai indien mogelijk van links
naar rechts. Maaien naar rechts
levert een beter maaivermogen
van het apparaat op.
Grasafval wordt dan van de ge-
bruiker weggeslingerd.
– Beweeg de grastrimmer lang-
zaam op de gewenste hoogte
in en uit het gedeelte dat u wilt
maaien. Beweeg zelf vooruit en
achteruit of van links naar rechts.
Het knippen van korte stukken
leidt tot betere resultaten.
– Knip alleen wanneer gras
en onkruid droog zijn.
Voor de levensduur van de trim-
draad spelen een aantal factoren
een rol.
– De levensduur van de trimdraad
hangt af van,
– de te maaien planten,
– waar deze gemaaid worden.
Een draad verslijt bijvoorbeeld
sneller bij het maaien langs een
muur dan bij het maaien rondom
een boom.
Nederlands
43

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido