vast in de trekontlastingsklem
9.
Sluit detector aan zoals aangegeven (fig.
Montagegat voor montagebeugel
Optionele reserve connector
10. Plaats de deksel
, monteer de schroef
De detector is een geverifieerde PIR en dient zodanig geïnstalleerd te worden dat een
maximale PIR detectie wordt bereikt. De beste detectie wordt derhalve bereikt bij een
verwachte bewegingsrichting van een indringer haaks of diagonaal door het detectie
veld.
Projektering van de detector (fig.
De gebruikte dual detectiemethodes maken deze detector zeer ongevoelig voor
ongewenste alarmen. Vermijd echter zoveel mogelijk stoorbronnen die de detector
onstabiel maken, zoals:
Voor PIR (passief infrarood):
Direct zonlicht op de detector
Warmtebronnen binnen het waarnemingsveld
Sterke luchtstromen op de detector
Dieren binnen het waarnemingsveld
Voor radar:
Trillingsgevoelig montageoppervlak
Metalen oppervlakken die de radarenergie terugkaatsen
Waterstroming door plastic pijpen
Verwarmings- of airconditioningsbuizen die recht op de detector gericht zijn
GE adviseert om regelmatig een Looptest van de detector uit te voeren en het
resultaat op het controlepaneel te verifiëren.
DD100(C)PI ALLEEN (PI = HUISDIER RESISTENT) (fig.
Deze detector is ontwikkeld om resistent te zijn voor bepaalde grootte van huisdieren.
Huisdieren lichter dan 20 Kg zullen in standaard toepassingen in normale omstandigheden
geen problemen veroorzaken. Het gevolg hievan is dat de detector een lagere
gevoeligheid heeft voor personen in het ongevoelige deel van het detectie bereik.
Grotere huisdieren kunnen worden toegelaten indien men de detector ondersteboven
bij een hoogte van 90 cm monteerd. Geadviseerde minimale montagehoogte in PI
applicaties: 2,4 meter.
DD105(C) ALLEEN, DUAL LOOP KARAKTERISTIEKEN
(Jumper J1) (fig.
&
)
1: Standaard Alarm Loop
Sabotage uitgang is geïsoleerd van de alarm relais uitgang en de "End of
Line" weerstand in het sabotagecircuit is kortgesloten.
Aansluiting 3 en 4 van de alarm relais uitgang moet gebruikt worden voor
verbinding met het controlepaneel.
Verbinding 5 kan niet gebruikt worden voor een "End of Line" verbinding; in dit geval
moet
een
optionele
reserve
worden (
fig. ).
2: End of Line Loop
Sabotage uitgang is geïsoleerd van de alarm relais uitgang.
De impedantie van de sabotage loop is nu 4K7.
Verbinding 4 en 5 van de alarm uitgang moet gebruikt worden voor verbindingen
naar het controle paneel. Impedantie van alarm relais loop is 4K7.
3: Dual Loop (fig.
)
Met een Dual Loop, kan de Sabotage Loop en de Alarm Loop over twee
draden geregeld worden. In tekening
met het controle paneel verbonden is en de twee verschillende posities van de Jumper
J1 in de verschillende detectors (Dual Loop enkel en meerdere toestellen).
In normale situatie (geen alarm) de Dual Loop impedantie is 4K7.
In geval van detectiealarm, zal het alarm relais contact open gaan en de
impedantie van de Dual Loop zal verdubbelen naar 9K4 en er verschijnt een alarm.
Als de detectorbehuizing geopend is, zal het sabotage circuit open zijn en de Dual Loop
is onderbroken en er verschijnt een sabotage alarm.
LED funkties (fig.
&
)
Voordat u de detctor kunt looptesten, dient u jumper J2 in de ON positie te zetten, of
de LED dient op afstand te zijn ingeschakeld.
LED jumper en schakelen van de LED op afstand (fig.
Zet jumper J3 naar de positie OFF/REMOTE. De LED is nu uitgeschakeld. Deze kan
weer worden ingeschakeld door de jumper J4 terug te zetten naar ON of door het
aanbrengen van een 0 V spanning op aansluiting 8.
INSTELLEN VAN HET BEREIK (fig.
PIR bereik en Radar bereik is onafhankelijk programeerbaar met jumper J3 en J4.
Selecteer altijd het kleinste bereik dat nodig is voor het te beveiligen gebied.
Verifieer het detectieveld en wijzig indien nodig.
(fig.
).
&
).
(fig.
)
en plaats afdekplaat
-
)
verbinding
van
de
detector
geven twee voorbeelden weer hoe de detector
&
)
Vensterafdekkapje (fig.
Voor mogelijke vals alarm bronnen, binnen het bereik van 1,5 m of onder de detector,
is het afdekkapje aan de binnenkant van het venster bevestigd. Hierdoor wordt het
deel van het bereik van de gordijnvelden uitgeschakeld, dat anders de detector zou
.
kunnen destabiliseren.
Technische gegevens
Aansluitspanning
Max.rimpelspanning
(piek-piek)
Stroomverbruik
Normale werking
Max.
Montagehoogte
Bewegingssnelheid
Radar frequentie
DD100 / DD100PI / DD105
DD100C / DD100CPI / DD105C
Maximale radar vermogensspanning
bij 1,0 m (Continu)
Alarmuitgang
Sabotageuitgang
Alarm tijd
Looptest
Temperatuur
b
Relatieve vochtigheid
&
)
Afmetingen
Gewicht
Type spiegel
DD100(C) / DD100(C)PI
DD105(C)
Aantal zones
DD100(C)/DD100(C)PI
DD105(C)
Gezichtshoek
Behuizing
(met afgedichte kabelinvoer)
Dual Loop
DD100(C) / DD100(C)PI
DD105(C)
Huisdier immuniteit
DD100 Series
DD105 Series
gebruik
GEEN beperkingen
Niet te gebruiken in Engeland
DE
Montage ANLEITUNG (Abb.
1.
Entfernen Sie die Abdeckung
2.
Öffnen Sie das Gehäuse
3.
Brechen Sie die erforderliche(n) Kabeleinführung(en)
4.
Der Melder kann in einer Höhe von 1,8 bis 3,0 Meter montiert werden.
5.
Wählen Sie die Montagelöcher für Eck-
6.
Benutzen Sie die Gehäuserückseite als Bohrschablone um die Bohrlöcher auf der
Wand zu markieren.
7.
Befestigen Sie die Gehäuserückseite an der Wand.
8.
Mantel Sie das Kabel ca. 5 cm ab und führen es durch die Kabeleinfüh-
rung(en)
und die Zugentlastung
9.
Schließen Sie den Melder wie in Abb.
&
)
Öffnen Sie bei Verwendung des optionalen Montagebügels SB01 die
Öffnung
Verdrahtungsstützpunkte
10. Setzten Sie das Gehäuseoberteil wie in Abb.
Schraube
und die Abdeckung
Dieser Dual-Bewegungsmelder ist ein durch Mikrowellentechnik verifizierter PIR-
Bewegungemelder und muß wie ein reiner PIR-Melder projektiert und installiert werden.
Für eine bestmögliche Detektion sollte die zu erwartende Eindringrichtung quer/diago-
nal zu dem Montageort des Melders erfolgen.
AUSRICHTEN DES MELDERS (Abb.
Die Dualtechnik Signalauswertung dieses Melders ist sehr resistent gegenüber
Falschmeldungsquellen. Vermeiden Sie dennoch potentielle Ursachen für eine
Instabilität des Melders wie:
- 5 -
c
)
9-15 VDC (12 Vnom.)
2 V (bij 12 VDC)
11,5 mA nom.
15,0 mA max.
min. 1,8 - max. 3,0 m
min. 0,2 - max. 3,0 m/s
2406 MHz
2450 MHz
0.005 µW/cm
80 mA bij 30 VDC
100 mA bij 30 VDC
3,0 sec.
0 VDC bij terminal 8
-10°C tot +55°C
30% tot 95%
123 x 61 x 58 mm
150 g
5C90D47
7C90D47
5 van 10,0 m
7 van 12,0 m
86°
IP30 IK02
Nee
Ja
DD100(C)PI
Nee
DD100C / DD100CPI / DD105C
DD100 / DD100PI / DD105
)
wie abgebildet (A,B & C)
und untere Abdeckung wie abgebildet (Abb.
oder Wand
(Abb.
) ein.
&
dargestellt an.
(Abb.
)
dargestellt ein, setzen Sie die
ein.
-
)
2
).
auf.
Montage aus.