Alarmsysteem; Installatie En Gebruik Van De Olievoelermodule; Installatie En Gebruik Van Vlotters; Gebruik Van Het Paneel Om De Circulatiepompen In De Lijn Te Voeden - DAB ED Serie Instrucciones Para La Instalación Y El Mantenimiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 38
8.7

Alarmsysteem

1. Controleer of de alarmvlotter, verbonden met de klemmen P (25-26) goed werkt.
2.
Controleer met de alarmvlotter in de stand ON de werking van het alarm op afstand, verbonden met de klemmen Q
(31-32), en houd er hierbij rekening mee dat het contact, zoals standaard voorzien, geen potentiaal heeft.
N.B. : het voedingscircuit van het alarmsysteem moet zijn uitgerust met een veiligheidscircuit PELV (CEI EN
60204-1). Als dit niet zo is, dient u zich ervan te verzekeren dat de aardkabel van de vlotter verbonden is met de
klem
8.8

Installatie en gebruik van de olievoelermodule

De module heeft tot taak om te controleren of er eventueel water in de olie zit, door middel van een sensorvoeler
die in de oliekamer is geplaatst.
Wanneer het waterpercentage een bepaalde waarde overschrijdt, sluit de voeler het circuit tussen de sensor en het
equipotentiaalcontact van de pomp, waarbij het betreffende foutlampje HL4 in het paneel gaat branden.
De module is standaard aanwezig in alle panelen voor pompen met ster-driehoekstart. Alle panelen voor driefasige
pompen met directe start zijn daarentegen voorbereid voor latere montage van de module.
Installatie van de olievoelermodule
Om de voelermodule in hiertoe voorbereide panelen te monteren, moeten de volgende handelingen worden
verricht:
1 - Schakel de elektrische voeding uit.
2 - De module moet de plaats innemen van het klemmenbord CL1, en de kabels moeten dus worden losgemaakt en
de klemmen verwijderd. De kabels moeten worden verbonden met het nieuw gemonteerde apparaat (het nummer
van de draad komt overeen met het nummer van de klem waarop hij aangesloten moet worden).
3 – Controleer of de uitgevoerde bedrading overeenstemt met het schakelschema.
4 - Schakel de voeding van het paneel in.
Op de module zit een groene led (ON) die, als hij brandt, de staat van het gevoede apparaat aangeeft.
De module moet als volgt worden ingesteld, afwijkende configuraties waarborgen de beoogde functies niet:
Met deze potentiometer is het mogelijk de gevoeligheid van het relais in te stellen van 2,5 tot 100
Sensitivity
kohm.
Standaard: 80 kohm
Mode
DOWN Deze functie mag niet worden gewijzigd.
8.9

Installatie en gebruik van vlotters

-
Modus met één vlotter:
de vlotter B wordt niet gebruikt, daarom moet zijn ingang worden overbrugd (klemmen 3 en 4). De vlotter A heeft
de start- en stopfunctie.
-
Modus met twee vlotters:
vlotter A heeft de stopfunctie.
Vlotter B heeft de startfunctie. Eén impuls is voldoende om de pomp te starten, deze wordt alleen uitgeschakeld
nadat vlotter A geactiveerd is.
Als het rode lampje dat blokkering van de pomp aangeeft brandt, functioneren de vlotters niet.
9.
GEBRUIK VAN HET PANEEL OM DE CIRCULATIEPOMPEN IN DE LIJN TE
VOEDEN
EENFASIGE PANELEN ZONDER
THERMISCHE BEVEILIGING VAN DE MOTOR
Verbind de circulatiepomp tussen L1-N van P1.
Overbrug 3-4 van B.
Verbind de thermostaat in 1-2 van A.
DRIEFASIGE PANELEN ZONDER
THERMISCHE BEVEILIGING VAN DE MOTOR
Verbind de circulatiepomp tussen U-V-W van P1.
Overbrug 3-4 van B.
Verbind de thermostaat in 1-2 van A.
Stel voor driefasige circulatiepompen ref. QM1 in volgens de nominale gegevens van de
circulatiepomp.
NEDERLANDS
EENFASIGE PANELEN MET CONDENSATOR EN
THERMISCHE BEVEILIGING VAN DE MOTOR
Verbind de circulatiepomp tussen C-P van P1.
Overbrug K-K van P1.
Overbrug 3-4 van B.
Verbind de thermostaat in 1-2 van A.
QUADRI TRIFASE CON PROTEZIONE TERMICA
PER IL MOTORE
Verbind de circulatiepomp tussen U-V-W van P1.
Overbrug K-K van P1.
Overbrug 3-4 van B.
Verbind de thermostaat in 1-2 van A.
34

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido