• D M X5 1 2 - m odu s:
Druk op 10 tot ON om het DMX-signaal te ontvangen. 1-9 dienen om het gewenste adres te
selecteren.
1
2
1
2
Voorbeeld: Wenst u het startadres als 95 in te stellen, stel de DIP-schakelaars (schakelaars 1-10)
dan als volgt in: 1111101000 (1 + 2 + 4 + 8 + 16 + 0 + 64 = 95).
Het toestel beschikt over 4 kanalen. Zie hieronder voor de functies:
Ka na a l 1 : 0-255 Rood dimmer
Ka na a l 2 : 0-255 Groen dimmer
Ka na a l 3 : 0-255 Blauw dimmer
Ka na a l 4 : 0-189 Dimmer
D M X5 1 2 - a a n slu it in g
Sluit een XLR-kabel aan de vrouwelijke 3-pin XLR-uitgang van de controller en de andere kant van
de mannelijke 3-pin XLR-ingang van de VDPLP6 4 SB / VDPLP6 4 SC. U kunt verscheidene
VDPLP6 4 SB / VDPLP6 4 SCs aan elkaar koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik
daarvoor een 2-aderige afgeschermde kabel met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen.
D M X5 1 2 - k e t e n m e t t e r m ina t or
St a r t a dr e s va n de pr oj e ct or k ie ze n
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert
op de signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel "luistert" naar
het signaal van de DMX controller. Geef het correcte nummer in en lees het af op de display
onderaan uw VDPLP6 4 SB / VDPLP6 4 SC.
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw
startadres ingeven.
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen "luisteren" naar hetzelfde kanaal. Met
andere woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk
op reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal
reageren.
In het geval van de 4-kanaals VDPLP6 4 SB / VDPLP6 4 SC, zult u het startadres van het eerste
toestel op 1 moeten instellen, van het tweede toestel op 5 (1 + 4), van het derde op 9 (5 + 4), enz.
7 . Re iniging e n onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest
vertonen.
2. De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bv. het plafond of het
gebinte) mogen niet vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels,
aansluitingen niet verplaatsen etc.)
3. Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet
onregelmatig bewegen.
4. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een
geschoolde technicus.
5. Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
6. Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of
solvent.
7. De gebruiker mag geen onderdelen vervangen uitgenomen de zekering (zie "I n st a lla t ie ").
8. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
27.09.2011
VD PLP6 4 SB / VD PLP6 4 SC
3
4
4
8
190-250 Stroboscoop
251-255 Geen functie
Een DMX terminator is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt
gebruikt in een omgeving met veel elektrische ruis (bvb. een discotheek). De
terminator voorkomt corruptie van het digitale controlesignaal door elektrische
ruis. De DMX terminator is niets meer dan een XLR-stekker met een
weerstand van 120Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan
aangesloten op de XLR uitgang van het laatste toestel in de reeks. Zie de
illustraties links.
5
6
7
16
32
64
8
8
9
10
128
256
©Velleman nv
*