GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
8.3 Voedselsensor
Voedselsensor- meet de temperatuur binnenin het voedsel. U kunt het bij elke
verwarmingsfunctie gebruiken.
De oventemperatuur: minimaal 120 °C.
Ingrediënten moeten op ka‐
mertemperatuur zijn.
De oven berekent een geschatte bereidingseindtijd. Dit hangt af van de voedselkwaliteit, de
ingestelde ovenfunctie en de temperatuur.
Ga als volgt te werk voor gebruik: Voedselsensor
Stap 1
Schakel de oven in.
Stap 2
Stel een verwarmingsfunctie in en indien nodig de oventemperatuur.
Stap 3
Invoegen: Voedselsensor.
Vlees, gevogelte en vis
Er zijn twee temperaturen om in te stellen:
Voor de beste kookresultaten:
Niet gebruiken voor vloei‐
bare gerechten.
De kerntemperatuur.
Tijdens het koken moet het in de
Ovenschotels
ACCESSOIRES
schaal blijven.
109/600