Wijzigen van de breedbeeldfunctie
U kunt de manier waarop normale videosignalen (beeldverhouding 4:3) worden
weergegeven op het breedbeeldscherm (beeldverhouding 16:9) veranderen. Kies de
breedbeeldfunctie aan de hand van het soort programma dat u wilt bekijken.
1. Laat een signaalbron weergeven. (Zie bladzijde 11.)
2. Kies een breedbeeldfunctie.
Met iedere druk op de WIDE/MENU toets zal de breedbeeldfunctie als volgt veranderen:
[AUTO] of [FULL] = [JUST] = [CINEMA] = [ZOOM] = [NORMAL] = erug naar
[AUTO] of [FULL]
Opmerking:
• De instellingen worden voor iedere signaalbron (COMPONENT, VCR of VCR2) apart vastgelegd.
• Het beeld wordt mogelijk vervormd wanneer een videosignaal wordt weergegeven in een andere
dan de oorspronkelijke beeldverhouding.
• [AUTO] kan alleen worden geselecteerd wanneer er AV apparatuur is aangesloten op de
COMPONENT IN video-ingangsaansluiting. Wanneer er breedbeeld-instelgegevens worden
meegestuurd met het videosignaal, zal de breedbeeldfunctie zich automatisch daaraan aanpassen.
• Vergeet niet dat het gebruik in het openbaar van de breedbeeldfunctie van dit systeem inbreuk kan
maken op de auteursrechten op het vertoonde materiaal.
FULL
12