Gebruik - Festool EAA Manual De Instrucciones Original

EAA
NL
10.2 Perslucht
De EW-varianten beschikken over een niet-
regelbare aansluiting voor ongeoliede per-
slucht [1-11].
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen, elektrische
schokken
De perslucht van deze aansluiting kan niet
geregeld worden, hij komt altijd overeen
met de systeemdruk van de persluchtin-
stallatie ter plaatse. Daarom mag aan
deze aansluiting geen Festool perslucht-
schuurgereedschap aangesloten worden.
De EW/DW-varianten beschikken over een
onderhoudseenheid (zie Afbeelding[2]), be-
staande uit een drukregelaar[2-1], hand-
matige condensaatafscheider
smeerbus [2-6], twee regelbare aansluitin-
gen voor geoliede perslucht [1-6] en een
niet-regelbare aansluiting voor ongeoliede
perslucht [2-7]. Aan alle drie de aansluitin-
gen staat de continudruk ter beschikking die
bij de drukregelaar is ingesteld. De beide
aansluitingen voor geoliede perslucht zijn
bestemd voor de aansluiting van perslucht-
gereedschap.
Voor een werking volgens de voorschriften is
vereist:
– perslucht: 6 bar continudruk
– luchtstroom: min. 400 l/min per aangeslo-
ten Festool perslucht-schuurgereedschap.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel
De luchtdruk bij de energie-/afzuigarm
mag 8 bar niet overstijgen.
De maximaal toelaatbare continudruk
voor Festool perslucht-schuurgereedschap
bedraagt 6,5 bar.
Stel 6 bar continudruk in bij de drukregelaar
[2-1] tijdens de werking van een perslucht-
gereedschap.
Let op: Bij een te geringe druk (onder 4 bar)
functioneert bij de variant EW/DW TURBO/A
de pneumatische schuifbediening niet meer
foutloos.
70
11
Gevaar voor ongevallen
Na de complete montage dient een ge-
schoolde monteur vóór de inbedrijfstelling
een randaardetest volgens EN 60204-1 uit
te voeren. De controlestroom moet 10 A
bij 50 Hz bedragen. De test moet tussen
de PE-klem en alle essentiële punten die
deel uitmaken van het randaardesysteem
uitgevoerd worden.
11.1
Om de afzuiging alleen bij werking van een
elektrisch of persluchtgereedschap te laten
lopen, dient de keuzeschakelaar van het mo-
biele afzuigapparaat resp. de stationaire af-
[2-8] en zuiginrichting TURBO op de stand "AUTO" te
staan.
Beschikt de afzuiging niet over een "AUTO"-
stand, dan dient de afzuiging voor het begin
van het werk met de hand ingeschakeld te
worden. In dit geval functioneert de hieron-
der beschreven automatische functie van
de EAA niet.
De apparaatschakelaar [1-4] dient als in-/
uit-schakelaar. Hij heeft drie standen:
– Stand "0": De EAA is uitgeschakeld, alle
stopcontacten zijn stroomloos.
– Stand "AUTO": Alle stopcontacten zijn
spanningvoerend. De afzuiging start bij het
inschakelen van een elektrisch of per-
sluchtgereedschap dat aangesloten is op
de stopcontacten
– Stand "MAN": Alle stopcontacten zijn
spanningvoerend. De afzuiging start di-
rect. Daarbij gaat bij de versie EW/DW
TURBO/A de rechterschuif open, terwijl de
andere schuif gesloten blijft.
Gevaar voor letsel door ongecontro-
leerd startend elektrisch gereedschap
Let erop dat het aangesloten elektrisch
gereedschap uitgeschakeld is voordat u de
schakelaar in de schakelaarstand "AUTO"
of "MAN" draait.

Gebruik

WAARSCHUWING
In-/Uitschakelen
[1-5], [1-9].
VOORZICHTIG