Meetinstellingen Configureren - Hach TL2310 Manual Básico Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para TL2310:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 93

6.1.1 Meetinstellingen configureren

Selecteer de meetmodus, meeteenheden, dataloggerinstellingen en meer.
1. In het hoofdmeetscherm, drukt u op Opties>Meetopstelling.
2. Selecteer een optie.
Optie
Omschrijving
Bezig met
Stelt de meetmodus in op de modus enkel, continu of RST-modus. Single
meten
(enkel) (standaard)—De meting stopt wanneer de meetwaarde stabiel is.
Modus
Continu—De meting gaat door tot de gebruiker op Klaar drukt. RST—De RST-
modus (Rapidly Settling Turbidity) berekent en update de troebelheidswaarde
van het monster continu met een betrouwbaarheid van 95 %, aan de hand van
de vastgestelde trend van de real-time gemeten waarden. De optie RST kan het
beste worden gebruikt voor monsters die snel bezinken, een troebelheid groter
dan 20 NTU hebben en constant van waarde veranderen. Voor de meting dient
men ervoor te zorgen dat het monster homogeen is door het kuvet te zwenken.
Het wordt het beste toegepast op monsters die groter zijn dan 20 NTU. Het
monster moet grondig worden gemengd door middel van omkering direct
voordat het in het instrument wordt gestoken. Signaalgem.—De
troebelheidswaarde die op het display wordt weergegeven is een gemiddelde
van de waarden die zijn gemeten tijdens het geselecteerde tijdsinterval. Opties:
voor enkele meetmodus 5 tot 15 seconden. Voor continue meetmodus 5 tot
90 seconden.
Eenheid
Selecteert de meeteenheden die op het display worden weergegeven en die
worden vastgelegd in de datalogger. Opties: NTU (standaard), FNU.
Bubbel
Stelt Bubbel afwijzen in op Aan (standaard) of Uit. Indien ingeschakeld worden
afwijzen
hoge troebelheidswaarden veroorzaakt door bubbels in het monster niet
weergegeven of opgeslagen in de datalogger.
Instelling
Past de instellingen voor de datalogger aan. Automatisch opslaan—
datalogger
Meetgegevens worden automatisch opgeslagen in het metingenlogboek.
Standaard: aan. Als Auto Store (automatisch uitgeschakeld) is opgeslagen,
drukt u op Options (opties)>Store (opslaan) om handmatig een meetwaarde in
het gegevenslogboek op te slaan. Send Data Format (formaat verzonden
gegevens):—Stelt het uitvoerformaat in van de meetgegevens die naar externe
apparaten worden gestuurd (CSV, XML of BMP). Standaard: XML.
Afdrukformaat—Stelt het uitvoerformaat in van de meetgegevens die naar een
printer worden gestuurd (Snelle afdruk of Detailafdruk (GLP)). Opmerkingen—
Laat gebruikers opmerkingen toevoegen bij een invoer in het logboek. Auto
Send (automatisch verzonden)—Meetgegevens worden na elke meting
automatisch naar alle apparaten verzonden (bijv. printer en USB-stick) die op
het instrument zijn aangesloten. Opties: Uit, nieuw bestand of doorgaan in
bestand: uit—niet automatisch gegevens verzenden, nieuw bestand—gegevens
verzenden en opslaan in een nieuw bestand, doorgaan in bestand—gegevens
verzenden en alle gegevens opslaan in één bestand.
6.1.2 Gebruikers-ID's toevoegen
Voeg een unieke gebruikers-ID toe voor elke persoon die monsters zal meten (maximaal 30).
Selecteer een pictogram, gebruikerswachtwoord en beveiligingsniveau voor elke gebruikers-ID.
1. Druk op Inloggen.
2. Druk op Opties>Nieuw.
3. Voer een nieuwe gebruikers-ID in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op OK.
4. Druk op de pijlen naar LINKS en naar RECHTS om het pictogram voor de gebruikers-ID te
selecteren (bijv. vis, vlinder of voetbal).
Nederlands 169

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido