1.1. Benaming pomp (voorbeeld):
Voorbeeld:
Type
Nominale diameter van de persopening:
Nominale diameter van de waaier:
Effectieve diameter van de waaier:
Codes van het materiaal:
A (01): Gietijzer
B (03): Gietijzer met bronzen waaier
Slijtringen (alleen indien aanwezig)
Code van de afdichting:
Type koppeling van pomp / motor
0 = Zonder verbinding (pomp met kale as)
1 = Met standaardverbinding
2 = Met expansieverbinding
Vermogen van de motor in kW
Voltage en aantal polen van de motor
2.
TOEPASSINGEN
Genormaliseerde ééntraps-centrifugaalpompen met spiraalvormig huis (slakkehuis), afmetingen volgens DIN 24255 - EN 733
en met flens DIN 2533 (DIN 2532 voor DN 200). Deze pompen zijn vooruitstrevend van ontwerp en constructie en
onderscheiden zich door hun bijzonder prestaties, die een optimaal rendement verzekeren en tegelijkertijd absolute
betrouwbaarheid en kracht garanderen. De pompen zijn geschikt voor een breed scala aan toepassingen, zoals watertoevoer,
circulatie van warm en koud water in verwarmingssystemen, het overhevelen van vloeistoffen in de landbouw, tuinbouw en
industrie. De pompen zijn ook geschikt voor de vervaardiging van brandbestrijdingseenheden.
3.
GEPOMPTE VLOEISTOFFEN
De machine is ontworpen en gebouwd voor het pompen van schone, pure en agressieve vloeistoffen, in
dit laatste geval op voorwaarde dat wordt gecontroleerd of de materialen waarmee de pomp gebouwd is
compatibel zijn met de vloeistof in kwestie en of het vermogen van de gebruikte motor geschikt is voor
het soortelijk gewicht en de viscositeit van de vloeistof.
4.
TECHNISCHE GEGEVENS EN GEBRUIKSBEPERKINGEN
Pomp
Temperatuurbereik van de vloeistof:
Draaisnelheid:
Opbrengst:
Opvoerhoogte - Hmax (m):
Max. omgevingstemperatuur:
Opslagtemperatuur:
Relatieve luchtvochtigheid:
Max. bedrijfsdruk (inclusief de eventuele druk in de pompaanzuiging):
Gewicht:
Afmetingen:
Motor
Voedingsspanning :
Beschermingsgraad van de motor :
Thermische klasse :
Opgenomen vermogen :
Constructie van de motoren :
Netzekeringen klasse AM : zie tabel 4.1. pag. 149
Indien er een zekering doorbrandt die een driefase motor beschermt, wordt
aanbevolen niet alleen de doorgebrande zekering, maar ook de andere twee zekeringen
te vervangen.
5.
HANTERING
5.1.
Opslag
Alle pompen/elektropompen moeten worden opgeslagen op een overdekte, droge plek waar de luchtvochtigheid, zo mogelijk,
constant is, en die vrij is van stof en trillingen. De pompen worden afgeleverd in de oorspronkelijke verpakking en hier
moeten ze tot op het moment van installatie in blijven. De aanzuig- en toevoeropeningen moet hierbij worden afgesloten met
de hiervoor bestemde zelfklevende schijf die standaard bij de pompen wordt geleverd. Indien de pomp voor lange tijd wordt
opgeslagen, of in het geval dat de pomp wordt opgeslagen nadat hij voor een bepaalde tijd in gebruik is geweest, dient u alleen
de delen die bestaan uit materiaal van lichte legering type gietijzer GG-25, GGG-40 en die in contact zijn geweest met de
gepompte vloeistof, te beschermen met behulp van de in de handel verkrijgbare conserveringsmiddelen.
NEDERLANDS
KDN 100
-
200
/
zie plaatje met technische gegevens
IP55
F
zie plaatje met technische gegevens
volgens de normen CEI 2 - 3
46
198
/
A
W
/
BAQE
van –10°C tot +140°C
1450-2900 1/min
van 1 m³/h tot 2000 m³/h afhankelijk van het model
pag. 166
+40°C
-10°C +40°C
max. 95%
16 Bar - 1600 kPa (voor DN 200 max. 10 Bar-1000 kPa)
Zie plaatje op de verpakking.
Zie tabel op pag. 151-155/156-162
/
1
/
5,5
/
4