Inbedrijfstelling - Siemens WSx8 Manual Del Usuario

• draaddiameter 26 ... 14 AWG
• aanbevolen schroevendraaier
• 0,6 × 3,5 mm
• aanhaalmoment: 0,35 ... 0,4 Nm
8 Vaste temperatuurvoelers
Opmerking:
Bij in de fabriek aangebrachte vaste
temperatuurvoelers mogen de leidingen niet gesplitst,
ingekort of verlengd worden.
• Plaats de temperatuurvoelers in de dompelhulzen,
kogelkranen of T-stukken. De temperatuurvoeler moet
op de bodem van de dumpelhuls zitten.
• Verzegel de temperatuurvoelers om te voorkomen dat
hiermee geknoeid wordt.
9 Verwijderbare temperatuurvoelers
Opmerking:
Bij het gebruik van verwijderbare temperatuurvoelers
moeten deze over een eigen ijking of
conformiteitscertificaat beschikken.
Opmerking:
De maximale kabellengte van de temperatuurvoelers
bedraagt 10 m. Een verlenging is niet toegestaan.
• Maak de schroef van het behuizingsdeksel los en open
het.
• Voer de leiding van de temperatuurvoeler van de
warme zijde van buiten door de 4e tule van links en de
leiding van de temperatuurvoeler van de koude zijde
door de 5e tule van links.
• Strip beide leidingen volgens de afbeelding.
Figuur 12: Aansluiting temperatuurvoelers
• Sluit de aders aan volgens het schakelschema. De
aansluiting gebeuert aan de klemmen 5/6
(temperatuurvoelers warme zijde) en 7/8
(temperatuurvoelers koude zijde).
• Plaats de temperatuurvoelers in de dompelhulzen,
kogelkleppen of T-stukken. De temperatuurvoeler moet
op de bodem van de dumpelhuls zitten.
• Verzegel de temperatuurvoelers om te voorkomen dat
hiermee geknoeid wordt.
• Sluit het behuizingsdeksel door de schroef vast te
draaien (zie hoofdstuk aanhaalmoment) en druk het
vast aan.
Siemens Smart Infrastructure
Als de LCD
parametreermenu resetten. Zie servicehandleiding.

10 Inbedrijfstelling

Ga voor de inbedrijfstelling als volgt te werk:
• Sluit het behuizingsdeksel door de schroef vast te
draaien (zie hoofdstuk aanhaalmoment) en druk het
vast aan.
• Open de schuifafsluiter langzaam.
• Controleer de installatie op dichtheid en ontlucht
zorgvuldig.
Na ten minste 100 s verdwijnt de melding F0.
• Controleer of de waarden voor doorstroom en
temperatuur plausibel zijn.
• Ontlucht de installatie tot de doorstroomweergave [ID
000] stabiel is.
• Breng de gebruikersbeveiligingen op het rekenwerk en
op de temperatuurvoelers aan.
• Documenteer de meterstanden.
Aanbeveling: Zet de maxima en de ontbrekende tijd
terug. Meer details vindt u in de T450
servicehandleiding.
11 Foutmeldingen bij foute montage
Opmerking:
Als de installatie stilstaat, kunnen deze meldingen ook
zonder foute montage verschijnen
A6V11905994
aangeeft, kunt u deze foutmelding via het
Fout „verkeerde
stroomrichting (negatief)"
Controleer of de
stroomrichtingspijlen op het
volumemeetdeel met de
stroomrichting van het
systeem overeenkomen.
Draai het volumemeetdeel
180°, als de richtingen niet
overeenstemmen.
Fout „negatief
temperatuurverschil"
Controleer of de
temperatuurvoelers correct
gemonteerd zijn. Indien de
temperatuurvoelers niet
correct gemonteerd zijn,
wissel dan de
montageplaats van de
temperatuurvoelers om.
Warmtemeter:
Temperatuurvoeler in de
voorloopbuis met hoge
temperaturen;
temperatuurvoeler in de
terugloopbuis met lage
temperaturen
14.01.2020 32