F 46 0150 M
Bijgesloten isolatieslang (3) in twee even lange
stukken delen. Isolatieslang (3) over de voorloop-
en toevoerslang schuiven. Voorloopslang (1) van
het parkeerverwarmingsapparaat komende en
verwarmingsslang (4) van de warmtewisselaar
komende met behulp van slangconnector en
slangklemmen (5) verbinden.
Toevoerslang (2) van de circulatiepomp van de
parkeerverwarming komende en verwarmingsslang
(6) van de cilinderkop komende met behulp van
slangconnector en slangklemmen (5) verbinden.
Verwarmingsslangen met bundelbanden
bevestigen.
Alleen auto's met M43 motor en IHKA
F 46 0151 M
Bijgesloten isolatieslang (3) in twee even lange
stukken delen. Isolatieslang (3) over de voorloop-
en toevoerslang schuiven.
Koelmiddelslang (6) van de cilinderkop komende
op de verwarmingsklep (4) afsluiten.
Voorloopslang (1) van het
parkeerverwarmingsapparaat komende met behulp
van slangklemmen (5) op verwarmingsklep (4)
aansluiten.
Toevoerslang (2) van de circulatiepomp van de
parkeerverwarming komende en koelmiddelslang
(6) van de cilinderkop komende met behulp van
slangconnector en slangklemmen (5) verbinden.
Verwarmingsslangen met bundelbanden
bevestigen.
Alleen auto's met M52 motor
F 46 0062 R
Rubber vormstuk (1) verwijderen en houder (2) met
zeskantmoer M6 (3) vastschroeven.
F 46 9152 M
Bijgesloten isolatieslang (3) in twee even lange
stukken delen. Isolatieslang (3) over de voorloop-
en toevoerslang schuiven.
Koelmiddelslang (6) van de cilinderkop komende
op de verwarmingsklep (4) afsluiten.
Voorloopslang (1) van het
parkeerverwarmingsapparaat komende met behulp
van slangklem (5) op de verwarmingsklep (4)
aansluiten.
Toevoerslang (2) van de circulatiepomp van de
parkeerverwarming komende en koelmiddelslang
(6) van de cilinderkop komende met behulp van
slangconnector en slangklemmen (5) verbinden.
Voorloopslang (1) en koelmiddelslang met
bundelbanden (7) op de houder (8) bevestigen.
9 Werkzaamheden ter beëindiging
F 46 0064 R
Bumper aan de linker zijde langs de stippeltjeslijn
afsnijden.
F 46 0223 M
Let er bij het markeren van de montagedatum
op dat alleen de jaargetallen worden verwijderd die
niet met de montagedatum overeenstemmen.
D.w.z. de montagedatum moet leesbaar blijven.
Fabrieksplaatje-duplicaat (2) zoals afgebeeld op de
linker veerbeendoorn (1) plakken en
montagedatum markeren.
Zelfklevend etiket (3) met aanwijzing over het
inbouwen van relais, zekering en diagnose-
aansluiting zoals afgebeeld op de linker
veerbeendoorn (1) plakken.
Koelsysteem vullen, volgens BMW-voorschrift
ontluchten en op dichtheid controleren.
Auto in omgekeerde volgorde weer in elkaar
zetten.
10 Codering
Voor deze naderhand in te bouwen delen is geen
codering met DiS of MoDiC vereist.
11 Handzender in bedrijf nemen
11.1
Batterijen in de handzender leggen
F 46 0169 M
Deksel (1) van het batterijvakje in de richting van de
pijl openen.
Twee in de handel gebruikelijke batterijen (type
MN21) (2) zoals afgebeeld in de handzender (3)
leggen en het batterijvakje weer sluiten.
Oude batterijen bij een verzamelplaats afgeven.
11.2
Batterijen van de handzender
controleren
F 46 0170 M
•
UIT-toets (1) bedienen.
- Controlelampje (2) knippert 0,5 seconden lang
= Batterijen in orde
- Controlelampje (2) knippert na 1 seconde
3 seconden lang oranje
= Batterijen zwak
- Batterijen bij de eerstvolgende gelegenheid
vervangen.
- Controlelampje (2) brandt na 1 seconde
5 seconden lang oranje
= Batterijen leeg of batterij is kouder dan 0°C
- Batterijen vervangen of opwarmen.
11.3
Handzender programmeren
Bij het programmeren mag de
parkeerverwarming niet ingeschakeld zijn.
Er kunnen tot 3 handzenders (2) op één ontvanger
worden geprogrammeerd.
61