F 46 0171 M
•
Batterijen in het batterijvakje van de handzender
(2) leggen.
•
Zekering (F1) 1A uit de zekeringenhouder A18
van de parkeerverwarmingskabelbundel
verwijderen.
•
Minstens 5 seconden wachten.
•
Zekering (F1) 1A in de zekeringenhouder A18
steken en binnen 5 seconden de UIT-toets (1)
van de handzender (2) minstens 1 seconde lang
bedienen.
•
Het programmeren is beëindigd.
Het programmeren van een tweede of derde
handzender (2) vindt op dezelfde wijze plaats.
12 Bediening van de
parkeerverwarming
12.1 Instellingen vooraf
Om een optimaal ontdooiingseffect te behalen
moeten vóór het uitschakelen van de ontsteking
enkele instellingen vooraf op het verwarmings-
resp. airco-bedieningselement worden uitgevoerd.
Alleen auto's met IHKR en IHR
De afbeelding toont de IHKR, bij de IHR wordt
op overeenkomstige wijze te werk gegaan.
F 46 0172 M
Instellingen vooraf voor de bedrijfsmodus
'Parkeerverwarming':
•
Regelaar (2) voor temperatuur op max. warm
zetten.
•
Regelaar (3) voor luchtverdeling op defrost
zetten.
•
Regelaar (1) voor luchttoevoer op trap 2 instellen.
Instellingen vooraf voor de bedrijfsmodus
'Parkeerventilatie':
•
Regelaar (2) voor temperatuur op max. koud
zetten.
•
Regelaar (3) voor luchtverdeling op defrost
zetten.
•
Regelaar (1) voor luchttoevoer op trap 2 instellen.
Alleen auto's met IHKA
F 46 0173 M
Instellingen vooraf voor de bedrijfsmodus
'Parkeerverwarming':
•
Toets (1) voor "Luchtverdeling naar boven"
bedienen.
•
Luchttoevoer zo instellen dat er op het display (3)
vier van de mogelijke indicatiesegmenten gaan
branden.
•
Temperatuur-voorselectie (2) op max. (32° C)
instellen.
62
Instellingen vooraf voor de bedrijfsmodus
'Parkeerventilatie':
•
Toets (1) voor "Luchtverdeling naar boven"
bedienen.
•
Luchttoevoer zo instellen dat er op het display (3)
vier van de mogelijke indicatiesegmenten gaan
branden.
•
Temperatuur-voorselectie (2) op min. (16° C)
instellen.
12.2 Bediening met handzender
Met de handzender (2) kan tussen de
bedrijfsmodus Parkeerverwarming en
Parkeerventilatie worden gekozen.
Is de afstand tussen handzender (2) en antenne
kleiner dan 2 meter, kan er een overmodulatie
ontstaan en de parkeerverwarming of –ventilatie
laat zich niet meer uit- of inschakelen.
F 46 0174 M
Bedrijfsmodus (Parkeerverwarming of
Parkeerventilatie) met handzender (2)
controleren:
•
AAN- en UIT-toets (3 en 1) gelijktijdig indrukken
en ingedrukt houden:
- Controlelampje (4) brandt rood =
bedrijfsmodus Parkeerverwarming
- Controlelampje (4) brandt groen =
bedrijfsmodus Parkeerventilatie
Na het loslaten van de toetsen of na
10 seconden gaat het controlelampje (4) uit.
Bedrijfsmodus (Parkeerverwarming of
Parkeerventilatie) met handzender (2) instellen:
•
AAN- en UIT-toets (3 en 1) gelijktijdig twee keer
indrukken:
- Bij het eerste indrukken van de toetsen (3 en 1)
brandt het controlelampje (4) in de kleur van de
ingestelde bedrijfsmodus.
- Bij het tweede indrukken van de toetsen (3 en
1) wisselt het controlelampje (4) van kleur (en
dus van bedrijfsmodus) en brandt tot de
toetsen (3 en 1) worden losgelaten.
Worden de AAN- en UIT-toetsen (3 en 1) langer
dan 1 seconde niet bediend, is de instelling
opgeslagen.
Bedrijfsduur van de parkeerverwarming of
parkeerventilatie met handzender (2) instellen:
De bedrijfsduur van de parkeerverwarming of
parkeerventilatie kan met de handzender (2) in
stappen van 10 minuten worden ingesteld. De
bedrijfsduur moet in overeenstemming met de rijtijd
worden ingesteld (bijv. voor 30 minuten autorijden
wordt de bedrijfsduur op max. 30 minuten
ingesteld).
De basisinstelling voor de bedrijfsduur bedraagt
30 minuten.