MYCOMFORT LARGE
De verlichting wordt bij elke druk op een willekeurige toets op het toetsenbord
geactiveerd en wordt ongeveer 2 minuten na de laatste druk op een willekeurige
toets gedeactiveerd.
TOETSENBORD (ZIE AFBEELDING 4)
On/Off toets: inschakeling/uitschakeling thermostaat. Tijdens de
procedure voor het wijzigen van de parameters maakt deze toets
het mogelijk om naar de normale functionering terug te keren.
Up en Down toetsen: wijziging van de temperatuur voor het regelen van
de Thermostaat (Opwarmen:[5.0-30.0], Afkoelen: [10.0-35.0]). Tijdens
de procedure voor het wijzigen van de parameters worden deze toetsen
gebruikt om de parameters te selecteren of de waarde hiervan te wijzigen.
SEL toets: in de modaliteit Opwarmen keuze van de elektrische
weerstand als hulpfunctie.
Mode toets: keuze van de functioneringsmodaliteit Opwarmen /
Afkoelen
Fan toets: keuze van de functioneringssnelheid
EC toets: keuze van de Economy modaliteit
COMBINATIE VAN GEACTIVEERDE TOETSEN
-
Met de thermostaat op OFF: toegang tot de configuratieparameters van de
kaart (password=10)
-
Met de thermostaat op ON: Tijdelijke weergave van de watertemperatuur (als
deze meter aanwezig is en als hij op correcte wijze met behulp van de
parameter P04 geconfigureerd is) en de tijdspanne die op de interne klok
ingesteld is
-
Keuze van de functionering Minimumtemperatuur
-
Selectie ontvochting
-
Blokkering/deblokkering toetsenbord (password=99);
-
toegang tot de configuratieparameters van de tijdspannen (password=5)
-
Veranderen van scherm (Celsius/Fahrenheit)
Als de weergave niet normaal is, wordt het display, ongeveer 2 minuten na de
laatste druk op een willekeurige toets van het toetsenbord, in de modaliteit voor
de standaardweergave gebracht.
CONFIGURATIE KAART
È severamente vietata la riproduzione anche parziale di questo manuale / All copying, even partial, of this manual is strictly forbidden
De kaart kan aan de hand van het soort te besturen terminal/installatie
geconfigureerd worden door middel van de wijziging van een aantal parameters.
LIJST PARAMETERS
-
P00 = configuratie bediening ( zie "Voorziene Configuraties") om het soort te
besturen terminal te selecteren.
-
P01 =soort installatie van de bediening
> 0 : op de terminal
> 1 : wand
-
P02 = Modbus adres. Om de wijziging van deze parameter te activeren (met
uitzondering van de interne passage tussen Slave waarden) is het noodzakelijk om
aan het einde van de programmering de voeding los en weer vast te koppelen):
> 0 : deactiveert de seriële communicatie
> 1-247: Slave
> 255 : Master
-
P03 = neutrale zone [20-50 °C/10]; parameter gebruikt in het geval van
configuraties met commutatie automatisch afkoelen/opwarmen naar aanleiding
van de luchttemperatuur.
-
P04 = Meter water:
> 0 : niet voorzien
> 1 : voorzien
Naar aanleiding van de ingestelde waarde wordt het desbetreffende alarm meter en
vrijgave voor de elektrische weerstand op passende wijze ingesteld.
-
P05 = Configuratie gebruik DIN 1/2
> 0: DIN1 = -DIN2 = -
> 1: DIN1 = -DIN2 = OnOff
> 2: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = -
> 3: DIN1 = Eco DIN2 = -
> 4: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = On/Off
> 5: DIN1 = Eco DIN2 = On/Off
> 6: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = Eco
-
P06 = logica DIN1:
> 0: [open/dicht] = [Afkoelen/Verwarmen] = [-/ECO]
> 1: [open/dicht] = [Afkoelen/Verwarmen] = [ECO/-]
-
P07 = logica DIN2:
> 0: [open/dicht] = [Off/On] = [-/ECO]
> 1: [open/dicht] = [On/Off] = [ECO/-]
-
P08 = Remote vochtigheidsmeter:
> 0 : niet voorzien
> 1 : voorzien
Aan de hand van de ingestelde waarde zal eventueel het alarm meter bestuurd
worden.
-
P09 = configuratie DOUT1:
> 0 : niet gebruikt
> 1 : indicatie functioneringsmodaliteit
> 2 : indicatie unit koelt af/verwarmt
> 3 : indicatie unit koelt af
> 4 : indicatie unit verwarmt
> 5 : indicatie ON/OFF
> 6 : indicatie aanwezigheid meteralarm
> 7 : activering externe ontvochtiging
> 8 : activering externe bevochtiging
> 9 : indicatie hoge omgevingtemperatuur
> 10 : indicatie lage omgevingtemperatuur
> 11 : niet gebruikt
> 12 : indicatie lage watertemperatuur
(zie "Configuratie van de digitale uitgangen")
-
P10 = logica DOUT1:
> 0 : niet gebruikt
> 1 : indicatie functioneringsmodaliteit
(zie "Configuratie van de digitale uitgangen")
-
P11 = configuratie DOUT2: net als parameter P09 maar in dit geval voor de digitale
uitgang 2.
(zie "Configuratie van de digitale uitgangen")
-
P12 = logica DOUT2: net als parameter P10 maar in dit geval voor de digitale uitgang
2.
(zie "Configuratie van de digitale uitgangen")
-
P13 = SET-waarde relatieve omgevingsvochtigheid (zie "Configuratie van de
digitale uitgangen")
135
NL
FC66002638 - rev. 05