Wartung Und Reinigung - GE KL700 Serie Manual Del Usuario

Ocultar thumbs Ver también para KL700 Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 4
sitzt (Abbildung
). Drehen Sie ihn dann noch weiter im
Uhrzeigersinn, bis er einrastet.
Machen Sie sich VOR der Installation mit dem
Verschlussmechanismus vertraut
Jeder Melder der Serie KL700 besitzt eine Sperrlasche zum
Herausbrechen, um unbefugtes Entfernen des Melderkopfes zu
verhindern (Abbildung
). Bei Bedarf kann der Melder im Sockel
arretiert werden, wenn Sie vor dem Einsetzen des Kopfes diese
Lasche entfernen. Um den Melder wieder zu entfernen, drücken Sie
einen schmalen Schraubendreher in den Schlitz an der Seite des
Sockels und drehen den Melderkopf gleichzeitig gegen den
Uhrzeigersinn (Abbildung
).
S
YSTEM TESTEN
Wenn alle Verbindungen angeschlossen und die Verdrahtung
überprüft wurde, schalten Sie das System ein. Dabei sollte kein
Alarm auftreten. Andernfalls überprüfen Sie, ob ein Melder aktiviert
wurde oder ob ein Problem mit der Verdrahtung besteht. Wenn kein
Alarm aufgetreten ist, überprüfen Sie mit einem Voltmeter, ob der
letzte Melder mit Strom versorgt wird.
Melder einzeln testen
Testen Sie jährlich oder gemäß den örtlichen Vorschriften alle
Rauchmelder, um das Auslösen des Alarms bei Raucheintritt in die
Sensorkammer sicherzustellen. Wird dazu ein Testaerosol aus der
Spraydose
verwendet,
Herstelleranweisungen, um den Melder nicht zu beschädigen.
Dieser Test kann nur grob die Funktion als solche, nicht jedoch die
Empfindlichkeit des Melders prüfen. Bei erfolgreichem Test leuchtet
die LED weiter. Temperaturmelder prüfen fortlaufend auf Hitze.
Prüfen
Sie
Temperatursensoren
Temperaturmelder (Abbildung
Abstand von 15 bis 25 cm auf den Sensor. Der Melder sollte in
weniger als 30 Sekunden Alarm auslösen. Achten Sie darauf, dass
dabei keinerlei Kunststoff schmilzt oder deformiert wird..
W
R
ARTUNG UND
EINIGUNG
Melder KL700 und KL710
Keine spezielle Wartung erforderlich. Die Geräte dürfen nur von
entsprechend qualifizierten Personen gereinigt werden. Der
Melderkopf darf nicht geöffnet werden.
Melder KL731
Die im folgenden beschriebenen Vorgänge dürfen nur von
entsprechend qualifizierten Personen ausgeführt werden.
So reinigen Sie die optische Kammer
1.
Entfernen Sie den Melder vom Montagesockel.
2.
Entfernen Sie die Abdeckung des Melders, indem Sie die Raste
mit einem Schraubendreher eindrücken und die Abdeckung
drehen und abheben (Abbildung
3.
Entfernen Sie den Staub mit einem Staubsauger oder mit
Druckluft aus der Kammer.
4.
Setzen Sie die Abdeckung wieder auf und befestigen Sie den
Melder im Montagesockel.
So ersetzen Sie die optische Kammer
Um
Verletzungen
Handschuhe beim Auswechseln der optischen
Kammer.
Führen Sie die oben beschriebenen Schritte 1 und 2 aus.
Zum Entfernen der optischen Kammer setzen Sie den Daumen auf
die Markierung OUT des Stahlmaschengewebes, halten den Melder
fest und ziehen kräftig (Abbildung
Beim Einsetzen der neuen Kammer richten Sie das hängende
Maschengewebe (Abbildung
die Kammer fest an, bis sie einrastet (Abbildung
Nach dem Auswechseln der optischen Kammer muss der Melder vor
dem weiteren Gebrauch mit der Kalibrierungseinheit KCT731
kalibriert werden.
Installatie & Handleiding
Instructies
O
MSCHRIJVING
De conventionele detectors van het type KL700 Series zijn :
KL700 Rook detector – ionisatie
KL700 series installation manual (55370072)
befolgen
Sie
genau
mit
einem
Testgerät
). Richten Sie das Gerät aus einem
).
zu
vermeiden,
tragen
).
) an der Führung aus und drücken Sie
).
KL710 Warmte detector
KL731 Rook detector - optisch
I
NSTALLATIE
Figuur
: Aansluitschema
Branddetectie circuit;
indicator op afstand;
Nota's
Detectoren zijn niet afhankelijk van de polariteit, de indicatoren
op afstand wel!
Bij gebruik van een niet-Kilsen centrale, is het aangeraden om
een 300 ohm weerstand in serie te plaatsen met de 24 V
voeding om de centrale te beschermen.
Indien niet gebruikt met Kilsen controle panelen moet de
voeding van de KL731 begrenst zijn tot 100 mA.
De lokatie en plaatsing
In het algemeen worden, indien mogelijk, rookdetectoren geplaatst
dicht bij het middelpunt van het plafond in de kamer of hall.
Detectoren moeten minimaal 100 mm uit de wand geplaatst worden.
Wanneer de detector op de muur wordt geplaatst, dan dient dit 100
tot 300 mm onder het plafond te gebeuren.
Wanneer meer dan 1 detector noodzakelijk is, mogen bij een glad
plafond de detectoren max. 9 meter uit elkaar zitten. Afwijkende
die
maten mogen gehanteerd worden afhankelijk van plafondhoogte,
luchtsnelheid en andere omstandigheden. Dit volgens de geldende
voorschriften.
Waar GEEN rookmelders plaatsen
für
Eén van de hoofdoorzaken voor vals alarm is een slechte
melderplaatsing.
Vermijd plaatsing te dicht bij een open haard, fornuis of waar
rookontwikkeling optreedt.
Ook garages en ovenruimtes zijn slechte lokaties vanwege de
verbrandingsgassen.
Het plaatsen van detectoren te dicht bij een badkamer kan bij
het vrijkomen van stoom problemen geven.
Waar normale omgevingstemperatuur meer dan 40°C kan
bedragen, zoals in zolders.
Montage
Om de detector te monteren druk je hem eenvoudig op de juiste
plaats in de sokkel en draai hem 15° met de klok mee (fig.
de detector om hem te vergrendelen.
Let VOOR montage op het blokkeermechanisme
Iedere universele 300 serie sokkel is voorzien van een uitbreekbaar
blokkeerlipje.
Dit om niet geautoriseerde melderverwijdering te
voorkomen (fig.
blokkeren, verwijder dan de plastic lip in de sokkel voor het plaatsen
van de melder. Om de melder daarna te verwijderen, steek een
kleine schroevendraaier in het gaatje aan de zijkant van de melder en
draai de melder gelijktijdig tegen de klok in (fig.
T
ESTEN VAN DE SYSTEEM
Nadat alle aansluitingen zijn gemaakt en de bekabeling is
Sie
gecontroleerd, mag geen alarmmelding of foutmelding ontstaan. Zo
ja, onderzoek van welke detector dit komt, of dat hij het correcte
adres en type heeft. Als er alarm is, bepaal dan of een detector
geblokkeerd is of er een probleem is met de bekabeling. Als er geen
alarm is, ga dan naar de laatste detector en controleer de spanning
met een voltmeter.
Test van elke detector
Iedere rookdetector dient op lokatie minstens éénmaal per jaar, of
volgens de voorschriften, getest te worden om er verzekerd van te
zijn dat rook in de rookkamer komt en dit ook een alarm tot gevolg
heeft.
Wanneer aerosol wordt gebruikt, volg dan zorgvuldig de
instruktie van de leverancier op, dit om schade aan de melder te
voorkomen.
Dit is een onnauwkeurige 'alles/niets' test en is geen betrouwbare
gevoeligheidstest. Als de test succesvol is, zal de LED blijven
oplichten. Warmte- detectoren meten constant de warmte. Test deze
detectoren d.m.v. een föhn gericht op een afstand van 15 – 25 cm
vanaf de detector (figuur
de 30 seconden. Let op dat de plastic niet smelt.
O
NDERHOUD EN REINIGEN
Detectors KL700 en KL710
Compatibele centrale;
Laatste detector;
Eindelus weerstand
). Wanneer u de detector in de sokkel wilt
). De detector moet in alarm zijn binnen
Eerste detector;
). Draai
).
7

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Kl700Kl710Kl731

Tabla de contenido