Werkdruk en volume instellen
GEVAAR
Let er bij het instellen van de druk-/hoeveel-
heidsregeling op dat de schroefverbinding
van de straalpijp niet loskomt.
Werkdruk en volume kunnen ofwel aan de
pompeenheid of aan het handspuitpistool
ingesteld worden.
Een druk-/volumeverlaging mag niet aan
beide regelaars tegelijk uitgevoerd worden.
Daarom moet de volgende werkwijze in elk
geval in acht genomen worden:
druk-/volumeregeling aan de
pompeenheid
Druk-/volumeregeling aan het hand-
spuitpistool op maximale werkdruk en
volume instellen (+).
Werkdruk en volume door draaien van
de druk-/volumeregeling aan de pom-
peenheid instellen.
De werkdruk kan op de manometer af-
gelezen worden.
Handspuitpistool openen.
Druk-/volumeregeling aan het
handspuitpistool
Druk-/volumeregeling aan de pom-
peenheid door draaien in de richting
van de wijzers van de klok op maximale
werkdruk en volume instellen.
Werkdruk en volume door draaien van
de druk-/volumeregeling aan het hand-
spuitpistool instellen (+/-).
Handspuitpistool openen.
Werking onderbreken
Handspuitpistool sluiten.
Het apparaat schakelt na 30 seconden
uit.
Handspuitpistool beveiligen, daarvoor de
vergrendelingspal naar voren schuiven.
Handspuitpistool incl. spuitstuk in de
spuitstukhouder leggen.
Na de onderbreking:
Handspuitpistool ontgrendelen, daar-
voor de vergrendelingspal naar achte-
ren schuiven.
54
Handspuitpistool openen.
Het apparaat wordt opnieuw ingescha-
keld.
Apparaat uitschakelen
Na de werking met zouthoudend water
(zeewater) het apparaat minimum 2–3
minuten met een geopend handspuitspi-
stool met leidingwater schoonspoelen.
Watertoevoer sluiten.
Handspuitpistool openen.
Pomp met apparaatschakelaar inscha-
kelen en 5-10 seconden laten draaien.
Handspuitpistool sluiten.
Apparaatschakelaar op „0/OFF" stellen.
Stekker alleen met droge handen uit het
stopcontact trekken.
Wateraansluiting verwijderen.
Handspuitpistool bedienen tot het ap-
paraat drukvrij is.
Handspuitpistool beveiligen, daarvoor
de vergrendelingspal naar voren schui-
ven.
Stroomkabel, hogedrukslang en acces-
soires aan het apparaat opbergen.
Vorstbescherming
LET OP
Gevaar voor beschadiging! Bevriezend wa-
ter in het apparaat kan delen van het appa-
raat vernielen.
Apparaat in de winter in een verwarmde
ruimte bewaren of leegmaken. Bij langduri-
ge stilstanden is het aanbevolen antivries-
middel door het apparaat te pompen.
Water aflaten
Watertoevoerslang en hogedrukslang
losschroeven.
Apparaat met perslucht uitblazen.
Apparaat met antivriesmiddel spoelen
Instructie:
Gebruik courant antiviriesmiddel voor au-
to's op basis van glycol.
Behandelingsvoorschriften van de fabri-
kant van het antivriesmiddel in acht nemen.
– 6
NL