WAL 14 A1
8.3. Toegang tot gegevens (naam camera/wachtwoord)
Voor het instellen van de buitencamera moet u een naam (voor een unieke identificatie in het netwerk),
een gebruikersnaam en een wachtwoord toewijzen aan de camera.
Om redenen van IT-beveiliging worden de gebruikersnaam en het wachtwoord voor communicatie met de
wifi-buitencamera versleuteld verzonden.
8.3.1. Cameranaam
Selecteer bij voorkeur een cameranaam die het bewaakte gebied beschrijft.
Voorbeeld van geschikte cameranamen: achteringang of garagedeur.
8.3.2. Gebruikersnaam
De gebruikersnaam moet minstens 8 tot 10 tekens bevatten. Deze moeten bestaan uit hoofdletters en
kleine letters met één optioneel speciaal teken en een of meerdere cijfers.
8.3.3. Wachtwoord
Een veilig wachtwoord helpt bij het beschermen van uw persoonlijke gegevens. Neem even de
tijd om een veilig wachtwoord te bedenken dat u ook goed kunt onthouden. Vermijd
persoonsgegevens, zoals uw geboortedatum of de namen van uw kinderen of huisdieren. Of
reeksen cijfers of letters die gemakkelijk te onthouden zijn, maar ook gemakkelijk te raden zijn.
Gebruik hetzelfde wachtwoord ook niet meer dan één keer, omdat dit meerdere toepassingen
in gevaar kan brengen als het wachtwoord bekend is geworden.
Een veilig wachtwoord moet bestaan uit ten minste 10 tot 12 tekens. Het moet hoofdletters, kleine letters,
cijfers en speciale tekens bevatten.
Voorbeeld van een geschikt wachtwoord: 32Pq!nK65?56.
Voor de buitencamera moet het wachtwoord minimaal 10 tekens lang zijn. Zo niet, dan wordt een
foutbericht weergegeven.
8.3.4. De app-instellingen toepassen
Voor een veilige werking raden wij u aan om de app te sluiten en opnieuw te starten nadat u de app-
instellingen hebt gewijzigd.
92 - Nederlands