Ongeacht deze keuring moet bij horizontale of schuine toepassing, waar een risico voor
vallen over een rand heen bestaat, het volgende in ieder geval in aanmerking worden
genomen:
1. Wanneer de voor het begin van de werkzaamheden uitgevoerde beoordeling van de
bestaande gevaren aangeeft dat er bij de valrand sprake is van een bijzonder
"insnijdende" en/of "niet-braamvrije" rand (bijv. niet-beklede attiek,
trapeziumplaatwerk of scherpe betonnen rand), dan
•
dienen er voor het begin van het werk dienovereenkomstige voorzieningen te
worden getroffen, opdat een val over de rand heen uitgesloten is of
er dient voor het begin van de werkzaamheden een randbescherming te
worden gemonteerd of
•
er dient contact op te worden genomen met de fabrikant.
2.
Het verbindingsmiddel werd over een rand met een hoek van 90° gecontroleerd. Voor
de gebruiker dient duidelijk te zijn dat er grotere gevaren bestaan, die zich voordoen,
wanneer het mogelijk is om over een rand heen met een hoek van minder dan 90° te
vallen (gemeten tussen de beide benen van het verbindingsmiddel, bijv. wanneer het
bevestigingspunt onder de voeten van de gebruiker is of bij een schuin naar boven
lopend dak) en dat er extra voorzorgsmaatregelen of extra controles nodig kunnen
zijn.
3. De vereiste vrije ruimte onder de rand bedraagt ten minste 5,25 m.
4.
Het deelsysteem dient steeds zo te worden gebruikt dat er in de buurt van zones met
potentieel gevaar om te vallen de vorming van een slappe kabel zo gering mogelijk
wordt gehouden. Een instelbaar verbindingsmiddel mag niet worden ingesteld,
wanneer de gebruiker hierbij in richting van de een zone beweegt, waar gevaar voor
omlaagvallen bestaat.
5. Om een val door pendelen te beperken, dienen de arbeidszone resp. de zijwaartse
bewegingen vanuit de middenas naar beide kanten tot max. 1,50 m in beide
richtingen te worden beperkt.
6. Wanneer dit verbindingsmiddel met geïntegreerde opentrek-valdemper met een
bevestigingsinrichting van klasse C volgens EN 795 wordt gebruikt, dan dient de
zijwaartse beweging van de horizontale bewegelijke geleiding bij het bepalen van de
vereiste hoogte onder de gebruiker eveneens in aanmerking te worden genomen.
7.
Opmerking: Bij een val over een rand heen bestaan er gevaren voor verwondingen
tijdens het opvangen, doordat de vallende persoon tegen bouwcomponenten resp.
constructiedelen aan valt.
8. Voor het geval dat iemand over de rand heen valt dienen er bijzondere maatregelen
voor de redding te worden vastgelegd en te worden geoefend.
Gebruikte losse componenten
Verbindingsmiddel riem:
Kernmantelkoorden:
Karabijnhaak:
Opentrek-valdemper:
Deze gebruiksaanwijzing bestaat uit het deel 1 (productomschrijving), het deel 2 (algemeen
gedeelte) en de bijbehorende controlekaart (keuringsboek).
In de bijlage bij deze gebruiksaanwijzing wordt er een keuringsboek (controlekaart)
meegeleverd. Dit keuringsboek dient met de desbetreffende noodzakelijke gegevens door de
gebruiker voor de eerste toepassing zelf te worden ingevuld.
Keuringsinstituut en productiecontrole:
Afdeling „Persoonlijke beschermuitrusting"
Zentrum für Sicherheitstechnik,
Zwengenberger Strasse 68,
42781 Haan, ref.-nummer: 0299
polyester (PES)
polyester (PES)
naar keuze gegalvaniseerd staal, aluminium of
roestvrij staal
polyester/polyamide (PES/PA)
15