■
Controleer de koppelingen en leidingen. Alle
hulpstukken voor onderhoud, koppelingen en
slangen moeten met betrekking tot druk en
debiet voldoen aan de voor het apparaat gel-
dende specificaties. Te weinig druk heeft in-
vloed op de werking van het pneumatische
reinigingspistool, te veel druk kan materiële
schade en letsel veroorzaken.
■
Bescherm de slangen tegen knikken, afknijpen,
oplosmiddelen en scherpe randen. Houd de
slangen uit de buurt van hitte, olie en bewegen-
de delen.
■
Zorg ervoor dat slangklemmen altijd stevig zijn
vastgedraaid. Niet goed vastgedraaide of
defecte slangklemmen kunnen de perslucht
ongecontroleerd laten ontsnappen.
■
Vervang een beschadigde slang meteen. Een
beschadigde leiding kan ertoe leiden dat de
persluchtslang in het rond zwiept, met letsel als
mogelijk gevolg.
■
Wanneer het aansluitsnoer van het pneumati-
sche reinigingspistool beschadigd raakt, moet
het worden vervangen door de fabrikant of de
klantenservice van de fabrikant of een persoon
met vergelijkbare kwalificaties, om risico's te
vermijden.
■
Gebruik het pneumatische reinigingspistool niet
als u moe bent of onder invloed bent van drugs,
alcohol of medicijnen. Een moment van onoplet-
tendheid kan bij het gebruik van het apparaat
al tot ernstig letsel leiden.
VOORZICHTIG!
►
WEES VOORZICHTIG WANNEER U HET
APPARAAT WEGLEGT!
■
Leg het pneumatische reinigingspistool altijd zo
weg, dat het niet op de trekker komt te liggen.
Dat zou er toe kunnen leiden dat het pneumati-
sche reinigingspistool per ongeluk wordt inge-
schakeld, met alle mogelijke gevaren van dien.
■
Gebruik alleen gefilterde en gereguleerde
perslucht. Stof, bijtende dampen en/of vocht
kunnen de motor van een persluchtapparaat
beschadigen.
PDRP 6.2 B2
■
Het pneumatische reinigingspistool en de toe-
voerslang moeten voorzien zijn van een slang-
koppeling, zodat de druk bij het loskoppelen
van de slang tot nul wordt gereduceerd.
GEVAAR!
►
Voorkom contact met een leiding onder span-
ning. Het pneumatische reinigingspistool is
niet tegen een elektrische schok geïsoleerd.
LETSELGEVAAR!
►
Bij een hoge werkdruk kunnen terugslag-
krachten optreden, die onder bepaalde om-
standigheden vanwege overbelasting een
risico op letsel kunnen vormen.
■
Als u geen ervaring hebt in de omgang met het
pneumatische reinigingspistool, moet u zich
laten onderrichten over het zodanig werken met
het apparaat dat gevaren worden vermeden.
GEVAAR!
►
Houd uw handen of andere lichaamsdelen
uit de buurt van de draaiende onderdelen.
Anders bestaat er letselgevaar.
GEVAAR DOOR STEEKWONDEN!
►
Behandel een inspuiting niet als een eenvou-
dige snijwond. Een hogedrukstraal kan giftige
stoffen in het lichaam spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
Raadpleeg in geval van inspuiting in de huid
onmiddellijk een arts.
■
Zonder toestemming van de fabrikant mag het
pneumatische reinigingspistool op geen enkele
manier worden gemodificeerd.
■
Het pneumatische reinigingspistool moet na
gebruik en wanneer het niet gebruikt wordt
altijd van de luchttoevoer gescheiden worden.
■
Wanneer het pneumatische reinigingspistool
niet luchtdicht is of het gerepareerd moet wor-
den, mag het niet gebruikt worden.
NL │ BE
│
37
■