temperaturen van 65°C (150°F) of hoger. Bescherm slangen en
cilinders tegen lasspetters.
GEVAAR: Slangen die onder druk staan, niet aanraken.
Als olie die onder druk staat ontsnapt, kan het door de
huid dringen wat ernstige letsel kan veroorzaken. Als
olie onder de huid wordt geïnjecteerd, onmiddellijk een arts
raadplegen.
WAARSCHUWING: Gebruik hydraulische cilinders enkel in
een aangesloten systeem. Nooit een cilinder gebruiken met
koppelingen die niet aangesloten zijn. Als de cilinder uiterst
overladen is, kunnen onderdelen op een catastrofi stische manier
falen wat ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
BELANGRIJK: Hydraulische machines mogen enkel
door een bevoegd hydraulisch technicus van onderhoud
worden voorzien. Voor reparaties dient u contact op te
nemen met een nabijgelegen bevoegd ENERPAC servicecentrum.
Om uw garantie te beschermen, enkel ENERPAC olie gebruiken.
WAARSCHUWING:
damaged parts by genuine EVersleten of beschadigde
onderdelen onmiddellijk met authentieke ENERPAC
onderdelen vervangen. Standaardonderdelen breken, wat tot
3.0 SPECIFICATIES
Model-
Max.
nummer
nominale
volume
olievolume
(cm 3)
ACL21
ACL21A
14,7
ACL22
ACL22A
ACL201
ACL201A
127,5
ACL202
ACL202A
ACL502
337,8
ACL502A
4.0 BESCHRIJVING
De ACL serie accu's gebruiken een eerste vulling stikstof om de
systeemdruk te behouden en de schokbelasting te dempen. Het
membraanontwerp maakt een snelle reactie en totaal leeglopen
mogelijk, zelfs in lagedruktoepassingen.
Huidige modellen (eindigend op "A") gebruiken een P1620-
oplaadklep. Huidige modellen (niet eindigend op "A") gebruiken
een V10N-oplaadklep. Andere functies en specifi caties zijn
hetzelfde voor beide versies.
5.0 INSTALLATIE
5.1 Montage
1.
Monteer de accumulatoren tussen de hydraulische pomp van
het systeem en de werkende onderdelen (d.w.z. cilinders,
klemmen, enz.). Voor het monteren kunnen standaard "U"-
bouten worden gebruikt. De accumulatoren zijn zelfdragend
en maken gebruik van connectorfi ttingen die niet kleiner
zijn dan de afmeting van de hydraulische poort. Indien
verloopfi ttingen gebruikt worden, is het raadzaam een
uitwendige beugel rond het accumulatorhuis te gebruiken.
Immediately
replace
Gas-
Hydraulische
Stikstofdruk
werkdruk
(cm 3)
(bar)
20,0
100-350
170,0
100-350
450,0
100-350
persoonlijk letsel en schade aan eigendom kan leiden. ENERPAC
onderdelen zijn zodanig ontworpen dat ze precies passen en
hoge ladingen kunnen weerstaan.
WAARSCHUWING: Vul de accumulator niet overmatig.
De eerste vulling van de accumulator mag niet meer be-
dragen dan 80% van de hydraulische systeemwerkdruk.
Maximale hydraulische systeemdruk mag niet groter zijn dan 350
bar [5,000 psi].
WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend goedgekeurde
vulapparatuur. Vullen dient te gebeuren met een inert
gas zoals stikstof. Volg alle aanwijzingen voor het
vullen.
WAARSCHUWING: Voorafgaand aan het uitvoeren van
onderhoud aan de accumulator of bijbehorende
hydraulische leidingen dient u altijd de hydraulische
olie en het stikstofgas af te voeren.
worn
or
WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend hydraulische
olie van Enerpac in de oliekamer van de accumulator. De
afdichtingen zijn niet bestemd voor water of andere
vloeistoff en.
bij eerste
vulling
(bar)
cm 3 @ 350 bar
100
8,7
100
73,9
100
196,6
OPGELET: Wees voorzichtig bij het vastdraaien van de
montagebeugels,
accumulator niet wordt beschadigd of vervormd.
OPGELET: Montagemiddelen mogen niet de hele
wand of het membraan bedekken, waardoor de nor-
male thermische uitzetting als gevolg van temperatuur-
schommelingen belemmerd zou kunnen worden.
Opmerking: Fitting FZ2028 is een # 6 SAE-verbinding met een
laag profi el, bestemd voor het direct monteren van de ACL201
of ACL201A accumulator op de stangverdeelstukken. Fitting
FZ2029 kan tot een grootte van #8 SAE worden aangepast voor
het direct monteren van de ACL201 of ACL201A accumulator op
het AP500 koppelingspakket of het AW67 zeskante verdeelstuk.
2.
De accumulator kan in iedere positie worden gemonteerd
mits de olieleiding en vulklep toegankelijk zijn.
3.
Installeer een afsluiter in de olieleiding tussen de
accumulator en de systeemonderdelen om de olieleiding
van de accumulator af te sluiten, waardoor ongecontroleerde
vloeistofstroming voorkomen wordt.
27
Bruikbare oliecapaciteit bij:
cm 3 @ 250 bar
7,0
58,0
152,9
zodat
de
buitenrand
cm 3 @ 140 bar
2,0
20,0
53,9
van
de