Probleemoplossen - Siemens POINTEK CLS100 Instrucciones De Operación

Probleemoplossen

Roestvaststalen procesaansluiting (geïntegreerde
kabel- of behuizinguitvoering), intrinsiekveilig
Symptoom
Groene LED UIT
Groene LED uit, bij correcte
voeding
Groene LED aan en gele LED
aan terwijl er geen reactie is op
product en/of instelling
Hysteresegebied te groot
Ongelijke stroom in rode en
zwarte draad
De gele LED gaat niet aan of uit Defect component in instru-
Te veel stroom in de kring
Rode LED gaat aan tegenover
de gele LED, terwijl dit niet de
bedoeling is
Rode en gele LED's knipperen
snel
Pagina NL-14 Pointek CLS100 – QUICK START HANDLEIDING
Oorzaak
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Vermogensbereik moet te
allen tijde gelijk zijn aan 12 tot
33 V DC (10 tot 30 V DC voor
intrinsiekveilige uitvoeringen)
Defect component in instru-
ment
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Vermogensbereik moet te
allen tijde gelijk zijn aan 12 tot
33 V DC (10 tot 30 V DC voor
intrinsiekveilige uitvoeringen)
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Vermogensbereik moet te
allen tijde gelijk zijn aan 12 tot
33 V DC (10 tot 30 V DC voor
intrinsiekveilige uitvoeringen)
Stroomkring is DC biased in
relatie tot massa
Zwarte draad meer dan + 36 V
DC t.o.v. massa
ment
Voedingsspanning te hoog
Verkeerde polariteit op rode
en zwarte regelkring klemmen
Voedingsspanning naar het
apparaat onjuist
Vermogensbereik moet te
allen tijde gelijk zijn aan 12 tot
33 V DC (10 tot 30 V DC voor
intrinsiekveilige uitvoeringen)
Actie
Controleer de voeding
Minimum 12 V DC op de klemmen wan-
neer de signaalstroom 20 mA is (minimaal
10 V DC voor intrinsiekveilige uitvoerin-
gen)
Neem contact op met distributeur
Controleer de voeding
Minimum 12 V DC op de klemmen wan-
neer de signaalstroom 20 mA is (minimaal
10 V DC voor intrinsiekveilige uitvoerin-
gen)
Controleer de voeding.
Minimum 12 V DC op de klemmen wan-
neer de signaalstroom 20 mA is (minimaal
10 V DC voor intrinsiekveilige uitvoerin-
gen)
Pas schakelkring aan
Verwijder de oorzaak van de spanning op
de rode draad en/of afwijking
Neem contact op met distributeur
Vermogensbereik moet te allen tijde gelijk
zijn aan 12 tot 33 V DC (10 tot 30 V DC voor
intrinsiekveilige uitvoeringen)
Verwissel de polariteit op de klemmen
van de kring
Controleer de voeding
Minimum 12 V DC op de klemmen wan-
neer de signaalstroom 20 mA is (minimaal
10 V DC voor intrinsiekveilige uitvoerin-
gen)
A5E32146158