37
32
31
13
80
35
33
31
CONFIGURATIE 3 (100-125 CM)
CHECKLIST:
HET KIND OP DE JUISTE MANIER INBINDEN
Voor de veiligheid van het kind, controleer dat:
- de diagonale riem (35) door de bovenste groene riemgeleider loopt,
- de heupgordel (33) door beide onderste groene gordelgeleiders loopt,
- de diagonale gordel aan de zijde van het autogordelslot ook door de onders-
te groene gordelgeleider loopt,
- de tong van het gordelslot (32) vast zit in het gordelslot (31),
- de autogordel dicht bij het lichaam van het kind zit zonder het te beklemmen,
- de autogordel op geen enkel punt gedraaid is- de positie van de hoofdsteun
correct is afgesteld (zie hoofdstuk "Verstellen van de hoofdsteun").
Dit garandeert dat de autostoel correct wordt geïnstalleerd:
De installatie in Configuratie 3 kan optioneel worden uitgevoerd met 3-punts
autogordel en ISOFIX. De installatie in Configuratie 3 kan ook alleen met
de 3-puntsgordel van het voertuig worden uitgevoerd. Dit geldt niet voor
Configuratie 1 en 2!
WAARSCHUWING! Als u geen ISOFIX gebruikt, zorg er dan voor dat het
zitje vastgegespt is, ook al zit er geen kind in (37). Anders kan de stoel bij
hard remmen een schadelijk projectiel worden.
Wij adviseren de installatie met 3-punts autogordel en ISOFIX in Configuratie
3. Controleer in dit geval dat:
- de rugleuning van de autostoel volledig in contact is met de rugleuning van
de autostoel.
- de ISOFIX-connectoren correct op het voertuig zijn aangesloten en de
indicatoren groen (13) aangeven.
- indien mogelijk, wordt de zijdelingse bescherming tegen botsingen aan de
deurzijde uitgeklapt
- geen enkele frontale airbag kan inwerken op de autostoel (vooral niet op de
voorste passagiersstoel)
- het gordelslot van de auto niet in contact is met de onderste gordelgeleider
van de autostoel