K. Het menu "Diagnose"
Scherm
18
DIAGNOSE
SET
00001
Pijltje omlaag op afstandsbediening
Pijltje omhoog op afstandsbediening
Aan/uit-knop op afstandsbediening
(Zie scherm 18) Dit scherm laat de operator verschillende
problemen met de pendel oplossen door weer te geven of de
microprocessor een signaal van de pendelknop ontvangen heeft.
Geen signaal duidt erop dat het probleem waarschijnlijk bij het
toetsenblok of snoer van de pendel te vinden is. Gebruik de lokale
modus voor de bediening van de pomp, totdat het probleem kan
worden opgelost. Zie stap 11 op de QRC.
Scherm
19
Indrukken
(Zie scherm 19.) Diagnosescherm met de Aan/Uit (motor)-knop
van de pendel ingedrukt.
Scherm
20
Indrukken
((Zie scherm 20.) Diagnosescherm met de Omhoog-pijl (Vooruit)-knop
van de pendel ingedrukt.
PSI
(niet gebruikt)
Ventilator
DIAGNOSE
10001
PSI
DIAGNOSE
01001
PSI
6.5 LCD VERBORGEN MENU'S – BESCHIKBAAR
WANNEER DE DRUKOMZETTER GEÏNSTALLEERD IS
Een "Calibration" (kalibratie)-menu
Screen 21
SET
CAL PT A
(Zie scherm 21) Dit scherm laat de operator de op de LCD
getoonde drukwaarde afstellen om met een hoofdmeter overeen
te komen. Doe het volgende voor toegang tot dit menu:
Firmware 5.5 en eerder – stel de "Automode" automatische
modus in op "ON" (AAN) en ga naar het "Set Press"-menu;
Firmware 5.6 en later – ga naar het "UNITS"-menu;
houd de AAN-/UIT-knop daarna 7 seconden lang ingedrukt;
"ENTRYCODE" verschijnt. Houd daarna zowel de Omlaag-
pijlknop als de Omhoog-pijlknop 7 seconden lang ingedrukt. Zie
tabel 2: "Z-Class pompkalibratie" voor de afstelstappen.
7.0 ONDERHOUD
Controleer alle onderdelen van het systeem regelmatig op lekkage
en schade. Beschadigde onderdelen dienen gerepareerd of
vervangen te worden. Elektrische onderdelen, zoals het snoer,
mogen alleen door bevoegde electriciëns gerepareerd worden,
volgens de geldende locale normen.
7.1 Oliepeil controleren
Controleer het oliepeil van de pomp voor het starten. Verwijder
zonodig de vuldop om olie bij te vullen. Zorg er altijd voor dat de
cilinders volledig zijn ingetrokken voordat u de olie in het reservoir
giet. Zie figuur 2.
7.2 Olie verversen en reservoir reinigen
Enerpac HF olie is helderblauw van kleur. Controleer regelmatig of
de olie in de pomp is verontreinigd door de kleur ervan met verse
Enerpac olie te vergelijken. Over het algemeen dient het reservoir
na elke 250 bedrijfsuren volledig leeggegoten en gereinigd te
worden. In omgevingen met veel vuil, is dit vaker nodig.
N.B.: Verwijder de pomp van het reservoir voordat u deze
procedure uitvoert. Gebruik een schone werkbank en gooi de
gebruikte olie weg volgens de plaatselijke voorschriften.
1.
Verwijder de 13 bouten waarmee de dekplaat van het
reservoir vastzit, en til de pomp uit het reservoir. Pas op dat u
het filterscherm niet beschadigt.
2.
Giet het reservoir volledig leeg.
3.
Maak het reservoir en de magneet grondig schoon met een
geschikt reinigingsmiddel.
4.
Verwijder het afneembare filterscherm en maak dit schoon. (Niet
aan het scherm of de onderkant van de opening trekken daar
dit schade kan veroorzaken.) Maak het scherm schoon met een
oplosmiddel en een zachte borstel. Breng het weer aan.
5.
Zet de pomp en het reservoir weer in elkaar. Breng daarbij
een nieuwe reservoirpakking aan.
6.
Vul het reservoir met schone Enerpac hydraulische olie. Het
reservoir zit vol als het oliepeil in het midden van het kijkglas
zit (zie figuur 4).
77
77
0
PSI