Algemene Veiligheidsmaatregelen; Correcte Inrichting Van De Werkomgeving; Elektromagnetische Compatibiliteit - Hilti POS 150 Guía Rápida

g) Voor het reinigen alleen schone en zachte doeken
gebruiken. Indien nodig deze doeken met een beetje
zuivere alcohol bevochtigen.
h) Zorg ervoor dat kinderen niet in aanraking komen
met laserapparaten.
i) Metingen uitgevoerd op geschuimde kunststoffen,
bijvoorbeeld piepschuim of sneeuw en sterk spiege-
lende vlakken, enz. kunnen tot onjuiste meetwaarden
leiden.
j) Metingen op slecht reflecterende ondergronden in
hoog reflecterende omgevingen kunnen leiden tot
onjuiste meetwaarden.
k) Metingen door ruiten of andere objecten kunnen het
meetresultaat vertekenen.
l) Wanneer de meetvoorwaarden snel veranderen, bijv.
door personen die door de meetstraal lopen, kan dit
leiden tot een verkeerd meetresultaat.
m) Richt het apparaat of accessoires hiervan niet op de
zon of andere sterke lichtbronnen.
n) Het apparaat niet gebruiken als waterpasinstrument.
o) Het apparaat altijd controleren vóór belangrijke me-
tingen of wanneer het gevallen is of aan andere
mechanische inwerkingen is blootgesteld.
p) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het gereedschap te dragen of op te hangen of om
de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de
kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen
en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde
of in de war geraakte kabels vergroten het risico van
een elektrische schok.
q) Controleer de verlengsnoeren regelmatig en ver-
vang deze in geval van beschadiging. Wordt de
netvoeding of het verlengsnoer tijdens de werk-
zaamheden beschadigd, dan mag u het niet aan-
raken. Haal de stekker uit het stopcontact. Be-
schadigde voedings- en verlengsnoeren houden het
risico van een elektrische schok in.
r) Bij het omschakelen van de afstandsmeting van de
prismameting naar het reflectorloos meten niet in het
objectief van het apparaat kijken.

4.3 Correcte inrichting van de werkomgeving

a) Scherm de meetplaats af en let er bij het op-
stellen van het apparaat op dat de straal niet op
andere personen of op uzelf wordt gericht. Altijd
een laserbeschermingsbril gebruiken.
b) Gebruik het apparaat alleen binnen de vastgestelde
toepassingsgrenzen, d.w.z. niet meten op spiegels,
chroomstaal, gepolijste stenen enz.
c) Neem de landspecifieke voorschriften ter voorkoming
van ongevallen in acht.

4.4 Elektromagnetische compatibiliteit

Hoewel het apparaat aan de strenge eisen van de des-
betreffende richtlijnen voldoet, kan Hilti niet uitsluiten dat
het apparaat:
- andere apparaten (bijv. navigatiesystemen van vlieg-
tuigen) stoort of
- door sterke straling gestoord wordt, hetgeen tot een
onjuiste werking kan leiden.
All manuals and user guides at all-guides.com
In deze gevallen of wanneer u niet zeker bent, dienen
controlemetingen te worden uitgevoerd.
4.4.1 Laserclassificatie voor apparaten van de
Het apparaat voldoet aan laserklasse 3R, gebaseerd op
de norm IEC60825-1 / EN60825-1:2007 en voldoet aan
CFR 21 § 1040 (Laser Notice 50). Deze apparaten kun-
nen zonder verdere beveiligingsmaatregelen worden ge-
bruikt. Niet in de straal kijken en de straal niet op personen
richten.
a) Apparaten van laserklasse 3R en klasse IIIa dienen
b) De toepassingsgebieden dienen middels opschriften
c) Laserstralen dienen ver boven of onder ooghoogte
d) Er dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden
e) Er moeten maatregelen worden genomen waarmee
f)
g) Ongebruikte laserapparaten dienen te worden op-
h) De laser uitschakelen als deze niet wordt gebruikt.

4.5 Algemene veiligheidsmaatregelen

a) Vóór het begin van de meting moet de gebrui-
b) Werk niet met het gereedschap in een explo-
c) Controleer het apparaat voor gebruik op eventu-
d) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
laserklasse 3R/ class IIIa
alleen door geschoolde personen te worden gebruikt.
met waarschuwingen tegen laserstraling aangegeven
te worden.
te lopen. Altijd een laserbeschermingsbril gebruiken.
om te voorkomen dat een laserstraal ongewild op een
vlak terechtkomt dat als een spiegel reflecteert.
wordt voorkomen dat personen direct in de straal
kijken.
De loop van de laserstraal mag niet over onbewaakt
gebied gaan.
geslagen op een plaats waar onbevoegden geen
toegang toe hebben.
ker controleren of de nauwkeurigheid van de ge-
bruikte apparaten aan de eisen van de opdracht
voldoet.
sieve omgeving waarin zich brandbare vloeistof-
fen, gassen of stof bevinden. Apparaten veroorza-
ken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking
kunnen brengen.
ele beschadigingen.Laat het apparaat in geval van
beschadiging repareren door een Hilti service-center.
verstand te werk bij het gebruik van het apparaat.
Gebruik het apparaat niet wanneer u moe bent
of onder invloed bent van drugs, alcohol of me-
nl
75