Fréquence micro-ondes
2450 MHz
Micro-ondes maximum
Activé: 0,005 µW/cm
puissance de sortie à
Désactivé: 0 µW/cm
1,0 m (continu)
Sortie d'alarme
80 mA à 30 V
Sortie antivandalisme
80 mA à 30 V
Sortie Défaut
80 mA à 30 V
Délai d'alarme
3,0 sec.
Plage de température
-10 °C à +55 °C
Humidité relative
max. 95 %
Dimensions
140 x 78 x 68 mm
Poids
205 g
Nombre de zones
DD477AMC
DD478AMC
9 à 16 m
Angle de détection
DD477AMC
DD478AMC
86 °
Classe du boîtier (avec
IP30 IK02
entrée de câble étanche)
Double résistance
uniquement DD477AMC et DD497AMC
Pas de restrictions
DD477AMC, DD478AMC, DD497AMC,
D498AM
d'utilisation
Utilisation interdite en:
DD477AM, DD478AM,DD497AM, D498AM
France, Irlande et
Royaume-Uni
Installatie-instructies
Montage-instructies
1. Verwijder de afdekplaat los zoals afgebeeld (1 a & b) (Fig.
2. Open de detector. (2 & 3 Fig.
3. Breek naar behoefte één of beide kabeldoorvoeropeningen
open (5) (Fig.
).
4. Monteer de detector tussen 1,8 en 3,0 m hoog.
5. Selecteer de montagegaten voor hoekmontage (5) of
wandmontage (6) (Fig.
• Montagegat voor montagebeugel (7) (Fig.
• Montagegat voor sabotagebeveiliging tegen loswrikken
(8) (Fig.
). moet altijd gebruikt worden voor zowel
hoekmontage (A) als wand montage (B).
6. Gebruik de basis als model voor het aanduiden van de
schroefgaten op de wand.
7. Bevestig de basis aan de wand.
8. Strip de kabel over een lengte van 5 cm (9) en trek hem door
de doorvoeropening(en) (4) en trekontlasting (10) (Fig.
9. Bedraad de detector zoals aangegeven (Fig.
•
Optioneel reserveklemmenblok (11) (Fig.
10. Sluit de detector (2) & (3), breng de schroef
afdekplaat terug (1) (Fig.
De
detector
is
een
microgolf-gecontroleerde
bewegingsdetector en moet geïnstalleerd worden met het oog op
een optimale PIR-detectie. De beste detectie verkrijgt men wanneer
de te verwachten bewegingen van een indringer loodrecht of
All manuals and user guides at all-guides.com
2
2
cm
2
max.
max.
max.
DD497AMC
DD498AMC
7 à 20 m
DD497AMC
DD498AMC
60 °
IP30 IK02
).
).
).
&
).
).
aan en zet de
)
diagonaal op het dekkingspatroon lopen.
Optimale plaatsing van de detector
De tweevoudige verwerkingstechnologie van deze detector zorgt
voor een hoge immuniteit tegen ongewenst alarm. Het is echter
belangrijk dat mogelijke bronnen van instabiliteit worden vermeden,
zoals:
PIR risico's:
-
Direct zonlicht op de detector.
-
Hittebronnen binnen het gezichtsveld.
-
Sterke luchtstromen over de detector.
-
Grote dieren binnen het gezichtsveld.
Anti-maskeringsrisico's (AM):
-
Bewegende voorwerpen op minder dan 1 meter van de
voorkant van de detector.
-
Insecten op de detector.
-
Moderne fluorescerende lampen in de nabijheid (op minder
dan 1,5 m).
Microgolfrisico's:
-
Montage op een oppervlak dat kan trillen.
-
Metalen oppervlakken die microgolven weerkaatsen.
-
Stromend water in kunststof leidingen (in nabijheid van de
detector).
-
Verwarmings- of airconditioningsventilatoren in het gezichtsveld
van de detector.
Sabotagegebeveiliging tegen loswrikken
De schakelaar voor de sabotagebeveiliging tegen verwijderen is
ingebouwd op de printplaat. De schakelaar wordt geactiveerd door
pen 8 (Fig.
). Om deze sabotagebeveiliging te kunnen gebruiken
moet het montagegat voor de sabotagebeveiligingspen vastgezet
zijn. De sabotagebeveiliging tegen loswrik-ken kan gebruikt
worden op een vlakke wand en in slechts één hoekmontage-
positie.
NL
DD477AM/DD497AM ENKEL, DUBBELE-LUSFUNCTIE (J1)
(Fig.
&
)
1: Standaard alarmlus.
).
De sabotage-uitgang is geïsoleerd van de alarmrelaisuitgang.
De eindweer- stand in het sabotagecircuit wordt kortgesloten.
Klemmen 3 en 4 van de alarmrelaisuitgang moeten gebruikt
worden voor de aansluiting op het controlepaneel.
Klem 5 kan niet gebruikt worden als reserveklem. Gebruik in plaats
hiervan de optionele reserveklem in de basis van de detector (11
Fig.
).
2: Eindlus.
De sabotage-uitgang is geïsoleerd van de alarmrelaisuitgang.
De impedantie van de sabotagelus bedraagt nu 4K7.
Klemmen 4 en 5 van de alarmuitgang moeten gebruikt worden
voor de aansluiting op het controlepaneel. De impedantie van de
alarmrelaislus bedraagt 4K7.
3: Dubbele lus.
Met een dubbele lus kunnen de sabotage- en alarmlussen via
twee draden bewaakt worden. In figuur 8 worden twee voorbeelden
).
gegeven van de manier waarop de detector kan worden
aangesloten op het controlepaneel, naast de posities van jumper
J1 in de verschillende detectoren (dubbele lus, één toestel en
meerdere toestellen).
In normale toestand (geen alarm), bedraagt de impedantie van
de dubbele lus 4K7. Wanneer een detectoralarm optreedt, gaat
het alarmrelaiscontact open en verhoogt de impedantie van de
PIR-
dubbele lus tot 9K4, wat een alarm aangeeft. Wanneer de behuizing
van de detector geopend wordt, gaat het sabotagecircuit open en
wordt de dubbele lus onderbroken, wat een sabotagealarm
aangeeft.
- 7 -