6. Alleen voor Volvo V70 en Country
Leid het uiteinde van de kabelbundel met het dertienvoudige (grijze) aansluitblok naar de kabelbundel aan de kant
van het voertuig (onder de handgreep van het slot, Afbeelding 2). Verbind het dertienvoudige aansluitblok van de
kabelbundel met de corresponderende aansluiting van het voertuig.
Alleen voor Volvo S60/S80
Leid het uiteinde van de kabelbundel met het dertienvoudige (grijze) aansluitblok naar de linkerzijde van de
bagageruimte. Verbind het dertienvoudige aansluitblok van de kabelbundel met de corresponderende aansluiting van
het voertuig (onder het linker parkeerlicht achter, Afbeelding 4).
7. Voor alle modellen
a) Leid het uiteinde van de kabelbundel dat is gemerkt met de letter L naar het linker parkeerlicht achter. Knip op
een goed bereikbare plaats de kabel van het linker mistachterlicht aan de kant van het voertuig door. Isoleer de
kabeluiteinden over een lengte van ca. 5 mm. Verbind de meegeleverde contactbus met het uiteinde van de
kabelbundel die uit de schakelaar van het linker mistachterlicht komt en steek hem in de meegeleverde
behuizing voor de contactbus. Verbind de platte stekker van de blauw/groene kabel met de gemonteerde
stekker. Verbind de meegeleverde platte stekker met het uiteinde van de kabelbundel die naar het linker
mistachterlicht loopt en steek hem in de meegeleverde behuizing voor de platte stekker. Verbind de stekkerbus
van de grijs/witte kabel met de gemonteerde stekker.
b) Verbind de oogkabelschoenen van de 2 x bruine kabels aan het corresponderende massapunt (boor indien
noodzakelijk een opening van 3 mm en bevestig met behulp van de meegeleverde plaatschroef; de geboorde
opening niet beschermen met een anticorrosiemiddel).
c) Het relais in het relaiscontact steken en op de daarvoor bestemde plaats bevestigen. Steek de 15A-zekering in
het vrije contact nr. 9 van de zekeringhouder aan de kant van het voertuig in de bagageruimte (Afbeelding 3 en
5).
8. In voertuigen met twee mistachterlichten (aan de linker- en rechterkant), wordt het uiteinde van de kabelbundel dat is
aangeduid met R, zoals beschreven in punt 7a verbonden aan de rechterkant van de bagageruimte. Wanneer het
voertuig slechts één mistachterlicht bezit is het uiteinde van de kabelbundel dat is aangeduid met R niet nodig.
Aan de kant van het voertuig is een extra controlelampje voor het rijden met een aanhanger beschikbaar dat is
Alle leidingen monteren met de bijgevoegde klembanden, eerder gedemonteerde onderdelen weer aanbrengen.
De accu aansluiten en alle functies van het voertuig controleren met aangekoppelde aanhanger of geschikt
Het controlelampje knippert wanneer de richtingaanwijzers (3 x 21W) of alarmlichten (6 x 21W) zijn ingeschakeld bij een
Aanwijzing:
vooraf is geconfectioneerd.
testapparaat.
aangekoppelde aanhanger.
Montage-instructie is voor de klant bestemd!!!