Bedorven frituurvet herkent u aan de volgende kenmerken:
•
Bruine verkleuring
•
Rookontwikkeling bij verhitting op 180 °C
•
Toenemende taaiheid van het vet bij verhitting
•
Onaangename geur/smaak van het vet en de levensmiddelen.
8. Levensmiddelen voorbereiden
Droog vochtige levensmiddelen zorgvuldig af.
Snij de levensmiddelen in kleine stukjes, omdat op deze manier de
bereidingstijd verkort wordt en de levensmiddelen niet zoveel vet opnemen.
Bij het frituren van aardappelen erop letten dat u ze niet te klein snijdt om de
vorming van acrylamide laag te houden.
Bij het frituren van gepaneerde gerechten dient u erop te letten dat het
paneermeel goed aan het levensmiddel plakt zodat het frituurvet niet te sterk
vervuilt.
Schud diepgevroren frituurproducten goed af zodat brokjes ijs eraf vallen
voordat u ze in de frituurmand doet. Het vet kan anders ongecontroleerd
wegspatten.
Zout en kruid het frituurproduct alleen na het frituren, maar niet boven de
friteuse. U ontziet hiermee het frituurvet en het apparaat.
9. Friteuse gebruiken
WAARSCHUWING!
Brandgevaar!
Oud en vervuild vet of oude en vervuilde olie kunnen al
bij de gebruikelijke frituurtemperaturen ontbranden.
Vervang de olie of het vet regelmatig.
Haal bij brand onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact en smoor de vlam met het deksel of een
deken. Nooit met water blussen!
De apparaatsokkel is niet hittebestendig.
Als u de friteuse onder de afzuigkap van uw fornuis
wilt gebruiken, zorg er dan voor dat het fornuis is
uitgeschakeld.
74