kunnen bekneld raken onder de parallelaanslag en terugslag
veroorzaken.
3) Terugslag - oorzaken en navenante veiligheidsin-
structies
Terugslag is de plotselinge reactie van het werkstuk als gevolg
van een vasthaken, vastlopen van het zaagblad of een snede in
het werkstuk onder een hoek ten opzichte van het zaagblad, of
als een deel van het werkstuk klem komt te zitten tussen het zaag-
blad en de parallelaanslag of een ander stilstaand object.
In de meeste gevallen wordt bij terugslag het werkstuk door het
achterste deel van het zaagblad gegrepen, van de zaagtafel ge-
tild en naar de bediener geslingerd.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of onvakkundig
gebruik van de tafelcirkelzaag. Dit kan worden vermeden met ge-
paste voorzorgsmaatregelen, die hieronder worden beschreven.
a) Sta nooit op dezelfde lijn van het zaagblad. Blijf
altijd aan de kant van het zaagblad waarop de
aanslagrail zich bevindt. In het geval van een terugslag
kan het werkstuk met hoge snelheid naar mensen worden ge-
worpen die voor en in lijn van het zaagblad staan.
b) Reik nooit over of achter het zaagblad om het
werkstuk te trekken of te ondersteunen. Er kan on-
bedoeld contact met het zaagblad zijn, of terugslag kan er-
toe leiden dat uw vingers in het zaagblad worden getrokken.
c) Houd het werkstuk dat wordt afgezaagd nooit
vast en druk het nooit tegen het roterende zaag-
blad. Het tegen het zaagblad drukken van het werkstuk dat
wordt afgezaagd, leidt tot vastlopen en terugslag.
d) Lijn de aanslagrail parallel uit met het zaagblad.
Een niet goed uitgelijnde aanslagrail drukt het werkstuk tegen
het zaagblad en veroorzaakt terugslag.
e) Ondersteun grote platen om het risico op terug-
slag door een vastgelopen zaagblad te verminde-
ren. Grote platen kunnen door hun eigengewicht doorbui-
gen. Platen moeten overal worden ondersteund waar ze uit
het tafeloppervlak steken.
Wees vooral voorzichtig bij het zagen van werk-
f)
stukken die gedraaid, geknoopt, kromgetrokken
zijn of die geen rechte rand hebben waarop ze
met een verstekaanslag of langs een aanslagrail
geleid kunnen worden. Een kromgetrokken, geknoopt
of gedraaid werkstuk is onstabiel en leidt tot een verkeerde
uitlijning van de zaagsnede met het zaagblad, vastlopen en
terugslag.
g) Zaag nooit meerdere werkstukken die op elkaar
of achter elkaar gestapeld zijn. Het zaagblad kan een
of meer onderdelen vastgrijpen en terugslag veroorzaken.
h) Als u een zaag, waarvan het zaagblad in het
werkstuk steekt, opnieuw wilt starten, centreert
u het zaagblad in de zaagspleet zo, dat de zaag-
tanden niet in het werkstuk blijven haken. Als het
zaagblad vastloopt, kan het werkstuk opgetild worden en
een terugslag veroorzaken wanneer de zaag opnieuw wordt
gestart.
i)
Houd de zaagbladen schoon, scherp en voldoende
afgesteld. Gebruik nooit kromgetrokken zaag-
bladen of zaagbladen met gebarsten of gebroken
tanden. Scherpe en correct geplaatste zaagbladen minima-
liseren vastlopen, blokkeren en terugslag.
4) Veiligheidsinstructies voor de bediening van tafel-
cirkelzagen
a) Schakel de tafelzaag uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u het tafelinzetstuk ver-
wijdert, het zaagblad vervangt, aanpassingen
aanbrengt aan de splijtwig of de beschermkap
van het zaagblad en wanneer u de machine onbe-
heerd achterlaat. Er worden voorzorgsmaatregelen geno-
men om ongelukken te voorkomen.
b) Laat de tafelcirkelzaag nooit onbeheerd achter.
Schakel het elektrische gereedschap uit en laat het
niet staan voordat het volledig tot stilstand is ge-
komen. Een onbeheerde lopende zaag vormt een ongecon-
troleerd gevaar.
c) Plaats de tafelzaag op een vlakke, goed verlichte
plaats waar u veilig kunt staan en uw evenwicht
kunt bewaren. De installatieplaats moet voldoen-
de ruimte bieden om de grootte van uw werk-
stukken goed te kunnen dragen. Rommelige, donkere
werkplekken en oneffen, gladde vloeren kunnen allemaal tot
ongevallen leiden.
d) Verwijder regelmatig spanen en zaagmeel van
onder de zaagtafel en/of van de stofzuiger. Opge-
hoopt zaagmeel is ontvlambaar en kan vanzelf ontbranden.
e) Borg de tafelcirkelzaag. Een niet goed bevestigde tafel-
cirkelzaag kan verschuiven of kantelen.
Verwijder plaatsingsgereedschap, houtafval enz.
f)
van de tafelcirkelzaag voordat u deze inschakelt.
Afleiding of mogelijke blokkeringen kunnen gevaarlijk zijn.
g) Gebruik altijd zaagbladen van de juiste maat en
met een geschikt centergat (bijv. ruitvormig of
rond). Zaagbladen die niet in de montagedelen van de
zaag passen, draaien niet vloeiend en leiden tot verlies van
controle.
h) Gebruik nooit beschadigd of onjuist zaagbladmon-
tagemateriaal, zoals flenzen, sluitringen, schroe-
ven of moeren. Dit bevestigingsmateriaal voor het zaag-
blad is speciaal ontworpen voor uw zaag voor een veilige
bediening en optimale prestaties.
i)
Ga nooit op de tafelcirkelzaag staan en gebruik
hem niet als opstapje. Er kan ernstig letsel ontstaan als
het elektrische gereedschap omvalt of als u per ongeluk met
het zaagblad in aanraking komt.
j)
Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste draai-
richting is gemonteerd. Gebruik geen slijpschijven
of staalborstels bij de tafelcirkelzaag. Onjuiste mon-
tage van het zaagblad of het gebruik van accessoires die
niet worden aanbevolen, kan tot ernstig letsel leiden.
Veiligheidsaanwijzingen voor de omgang
met de laser
–
Let op: Laserstraling Niet in de laserstraal kijken Laserklasse 2
–
Deze markering is aangebracht aan de zaagbladbeschermer.
Veiligheidsaanwijzingen voor de omgang
met batterijen
1
Let er altijd hoop dat de batterijen met de juiste polariteit (+
en -) ingelegd worden zoals op de batterij aangegeven is.
2
Batterijen niet kortsluiten.
3
Probeer niet om niet oplaadbare batterijen op te laden.
4
Batterijen niet te ver ontladen!
5
Oude en nieuwe batterijen en batterijen van verschillende
types of fabrikaten niet tegelijkertijd gebruiken! Vervang alle
batterijen van een set tegelijkertijd.
NL
BE
53