Te verrichten instellingen
ACL
Deze functie zorgt voor een compensatie die resulteert in optimale
contrastkarakteristieken voor de weergegeven beelden
Instellingen Uit
Schakelt de ACL functie uit
Aan
Schakelt de ACL functie in
Verbetering
Deze functie verbetert met name de beeldpartijen die veel details bevatten
Instellingen 1
Selecteert een Harde (SCHERPTE)
beeldweergave
2
Selecteert een Natuurlijke (SCHERPTE)
beeldweergave
3
Selecteert een Zachte (SCHERPTE)
beeldweergave
Gamma
Deze functie regelt de zogenaamde gammakarakteristieken (de
gradatie van het beeld)
Instellingen 1
Gammakarakteristiek 1
2
Gammakarakteristiek 2
3
Gammakarakteristiek 3
5
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Gebruik van Kleurtemp
1
Druk op HOME MENU.
2
Selecteer "Beeld" (/ en dan ENTER).
3
Selecteer "Professionele instelling." (/ en dan ENTER).
4
Selecteer "Kleurdetail" (/ en dan ENTER).
5
Selecteer "Kleurtemp" (/ en dan ENTER).
6
Selecteer de gewenste parameter (/ en dan ENTER).
Kleurtemp
Voor instellen van de kleurtemperatuur, om een betere witbalans te verkrijgen
Instellingen Hoog
Wit met een blauwige tint
Middelhoog Tussen Hoog en Midden
Midden
Neutraal witte tint
Middellaag Tussen Laag en Midden
Laag
Wit met een roodachtige tint
Handmatig U kunt de kleurtemperatuur aan uw eigen
voorkeur aanpassen
• Misschien voert u liever een fijnregeling uit. Selecteer eerst
"Handmatig" en houd vervolgens ENTER tenminste drie
seconden ingedrukt. Het handmatige instelscherm zal nu
verschijnen. Ga vervolgens naar stap 7.
7
Selecteer het in te stellen item (/ en dan ENTER).
8
Stel het gewenste niveau in (/).
Onder-
toets
deel
R Hoog Fijninstelling
Voor een zwakkere
voor lichte
rood-weergave
partijen
G Hoog
Voor een zwakkere
groen-weergave
B Hoog
Voor een zwakkere
blauw-weergave
R Laag Fijninstelling
Voor een zwakkere
voor donkere
rood-weergave
partijen
G Laag
Voor een zwakkere
groen-weergave
B Laag
Voor een zwakkere
blauw-weergave
• Druk op RETURN als u nog een ander onderdeel wilt instellen en
herhaal vervolgens de stappen 7 en 8.
• U kunt op / drukken om de instelling van een onderdeel
direct te wijzigen.
9
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Gebruiken van CTI en Kleuromgeving
1
Herhaal de stappen 1 t/m 4 onder Gebruiken van Kleurtemp.
2
Selecteer "CTI" of "Kleuromgeving" (/ en dan ENTER).
3
Selecteer de gewenste parameter (/ en dan ENTER).
CTI
Geeft beelden met duidelijke kleurcontouren. De afkorting CTI staat voor
Colour Transient Improvement (verbetering van kleurovergangen).
Instellingen
Uit
Aan
Kleuromgeving
Wijzigt het voor reproductie beschikbare kleurenscala
Instellingen
1
2
4
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
toets
Voor een sterkere
rood-weergave
Voor een sterkere
groen-weergave
Voor een sterkere
blauw-weergave
Voor een sterkere
rood-weergave
Voor een sterkere
groen-weergave
Voor een sterkere
blauw-weergave
Schakelt de CTI functie uit
Schakelt de CTI functie in
Geoptimaliseerd voor een
levendige kleurweergave
Standaard kleurweergave
08
33
Du