Ginbedrijfstelling; G.1 Voorbereidende Controles, Instellingen En Werkingstests - Nordcap Zanussi 406402279 Instrucciones De Instalación

1 ON/OFF-toets
Druk op deze toets om het apparaat in te schakelen.
Druk er nogmaals op om het apparaat uit te schakelen.
2 AAN-lampje
Wanneer het apparaat ingeschakeld is, brandt dit
controlelampje.
3 Controlelampje watertemperatuur
Als het water in de tank en in de boiler de bedrijfs-
temperatuur heeft bereikt, gaat dit controlelampje
branden.
4 START-knop
Deze toets dient voor het starten van de wascyclus.
Deze cyclus wordt aanbevolen voor normaal vervuild
serviesgoed.
G INBEDRIJFSTELLING
G.1 Voorbereidende controles, instellingen
en werkingstests
WAARSCHUWING
Deze werkzaamheden mogen
alleen worden uitgevoerd door
gespecialiseerde technici, die
zijn uitgerust met geschikte per-
soonlijke beschermingsmiddelen
(bijv. veiligheidsschoenen, hand-
schoenen, veiligheidsbril, enz.)
alsmede met geschikte gereed-
schappen en hulpmiddelen, en
alleen als de machine is uitge-
schakeld en afgekoeld.
Elektrische en hydraulische controles
Voor het starten van de machine moet u:
• controleren of de elektrische voedingskabels van de
machine goed zijn aangesloten;
• controleren of de spanning en de frequentie van het net
overeenkomen met de gegevens die vermeld zijn in de
technische gegevenstabel (C TECHNISCHE GEGEVENS);
1 2 3
5 Controlelampje wascyclus
Dit lampje brandt bij het starten van de wascyclus. Als
de wascyclus klaar is, gaat het lampje uit.
6 Afvoerknop
Druk op deze toets om het water uit de wastank af te
voeren. Wanneer de cyclus geselecteerd is, brandt het
controlelampje van de toets. Deze optie is alleen
beschikbaar in modellen met een afvoerpomp.
7
Koud spoelen-toets (beschikbaar afhankelijk van het
model)
Druk aan het einde van de wascyclus op deze toets
om de koude spoelcyclus te starten. Deze optie is met
name geschikt voor het spoelen van glazen. De duur
van de koude spoelcyclus is afhankelijk van hoe vaak
deze toets wordt ingedrukt.
• controleren of de buizen van de watertoevoer en -afvoer
goed zijn aangesloten
Wateraansluitingen);
• controleren of alle beveiligingen, veiligheidsvoorzieningen
en noodstopschakelaars op hun plaats zitten en werken.
Controleer de positie van de reservoircomponenten
• Zorg ervoor dat de overloop "1", het pompfilter "2"
(afhankelijk van het model), het tankfilter "3" (afhankelijk
van het model), de bovenste en onderste wasarm "4" en de
bovenste en onderste wasarm "5" op de juiste wijze zijn
gemonteerd (zie afbeelding hieronder).
NEDERLANDS
4 5 7
(zie paragraaf
6
E.6
107