2.2.2
Gebruikersvereisten
•
Een persoon onder invloed van alcohol of drugs of die medicijnen gebruikt die de alertheid verminderen is niet
bevoegd om het gereedschap te hanteren of te besturen, evenmin om onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
hierop uit te voeren.
•
Het gereedschap mag alleen worden gebruikt door een bediener die voldoende opgeleid en geïnstrueerd is door
middel van een veiligheidscursus die onder verantwoordelijkheid van de werkgever gegeven moet worden.
•
Het gereedschap alleen toevertrouwen of uitlenen aan personen die vertrouwd zijn met de technische handleiding of
die door personen geautoriseerd door de werkgever, zijn opgeleid.
•
De gebruiker is verantwoordelijk voor gevaren of ongevallen met andere mensen of hun eigendommen.
2.2.3
Kleding en uitrusting
•
Draag een beschermingsuitrusting die geschikt is voor de te verrichten werkzaamheden.
Draag een beschermbril en controleer of de kleding nauw om het lichaam zit. Draag geen
dassen, kettingen, ceintuurs of loshangend, lang haar. Deze kunnen in de bewegende
onderdelen verstrikt raken. Gebruik schoenen met antislipzolen en perforatiebestendige
werkhandschoenen.
•
Draag een beschermbril of een gezichtsmasker, veiligheidsschoenen, werkhandschoenen
tegen trillingen en geluidswerende oordoppen.
2.2.4
Veiligheid op de werkplek
•
Gebruik het gereedschap alleen bij goed zicht. Een slecht verlichte werkruimte kan ongelukken veroorzaken. Ga niet
snijden bij slechte verlichtingsomstandigheden, zoals in het donker in gesloten of open ruimtes, 's nachts, bij
zonsopgang en zonsondergang of met stof/ zand in de lucht waardoor er een helder zicht is van minder dan 2 meter.
Om te verifiëren of het zicht aanvaardbaar is, plaatst u het product op 2 meter afstand met de etiketten naar voren
gericht; bij voldoende zicht zijn de etiketten goed leesbaar.
•
Gebruik het gereedschap niet in een explosieve, ontvlambare of vochtige omgeving.
•
Houd kinderen, toeschouwers of dieren op gepaste afstand alvorens het gereedschap in werking te zetten om gevaren
of letsel te voorkomen. Houd bij het bepalen van de veilige afstand rekening met het risico dat levende takken naar
mensen, voorwerpen of dieren worden geslingerd. Onder normale spanningsomstandigheden is de juiste veilige
afstand 5 meter van de uiteinden van de takken.
2.2.5
Elektrische veiligheid
•
Stel het gereedschap vóór, tijdens en/of na het gebruik niet bloot aan regen, vochtige omgevingen, water of andere
vochtige condities, teneinde het risico op elektrische schokken of kortsluitingen te voorkomen.
•
Bescherm het gereedschap tegen warmtebronnen, olie, oplosmiddelen, scherpe randen of bewegende onderdelen.
•
Stel het gereedschap niet bloot aan de regen. Bewaar het gereedschap op een droge plaats.
•
Het lekken van vloeistof uit de batterij kan letsel bij de bediener veroorzaken. Niet de vloeistof van de batterij
aanraken. In geval van contact onmiddellijk spoelen met schoon water. Als de vloeistof in contact komt met de ogen,
grondig uitspoelen met schoon water en onmiddellijk een gespecialiseerde arts raadplegen
Voor alle aanwijzingen en waarschuwingen met betrekking tot de lithiumbatterij zie de instructies van de batterij
zelf.
Lees zorgvuldig de volgende instructies. Het niet naleven ervan kan elektrische schokken, brand of ernstige
schade veroorzaken.
2.3
Gebruikswaarschuwingen
2.3.1
Waarschuwingen voor het gebruik van het gereedschap
•
Gebruik het gereedschap niet als het beschadigd, niet correct afgesteld of niet volledig gemonteerd is.
•
Neem een stabiele en veilige werkpositie aan die een perfect evenwicht garandeert (bijvoorbeeld een vlakke en droge
ondergrond).
•
De ingeschakelde led geeft aan dat het gereedschap in werking is.
•
Gebruik het elektrische gereedschap niet als de ON/OFF-schakelaar niet correct werkt.
•
Gebruik het gereedschap, de accessoires enz. in overeenstemming met deze instructies en houd daarbij rekening met
de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden.
•
De knipperende led signaleert dat het gereedschap geblokkeerd is wegens een oververhitting van de motor of een
overschrijding van de maximum vermogensdrempel. Zet met de ON/OFF-schakelaar het gereedschap uit en weer aan
om het te heractiveren.
•
Controleer altijd of de veiligheidssystemen in perfecte efficiëntie zijn.
•
Alvorens het gereedschap te starten, overtuig u ervan dat de ketting niet in contact is met vreemde voorwerpen.
•
Houd het gereedschap met beide handen stevig bij de handgrepen vast.
•
Houd bij het snijden de motor altijd op hoge snelheid.
Pag. 186
Handleiding voor Gebruik en Onderhoud - Instructies
Originelen Herz.: 01, Datum 15/12/2021