Begeleidende Verwarming; Bedrijfsomstandigheden; Drukverlies; Voorkomen Van Compressietrillingen Tijdens Gasmeting - ABB FAM3200 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 20
8 – NL
FAM3200 KLEINE VLOTTERDEBIETMETER MET METALEN CONUS | CI/FAM3200-X1 REV. E
... 5 Installatie
... Inbouwvoorwaarden

Begeleidende verwarming

Begeleidende verwarmingen mogen onder de volgende
voorwaarden worden gebruikt:
De installatie van de begeleidende verwarming moet zo
plaatsvinden dat er geen temperatuurverhoging in de
indicatorbehuizing ontstaat.
De maximaal toegestane temperatuur van de
begeleidende verwarming mag de toegestane
meetmediumtemperaturen niet overschrijden.
Bij het gebruik van een elektrische begeleidende
verwarming moet rekening worden gehouden met een
mogelijke verminderde werking als gevolg van
elektromagnetische velden.

Bedrijfsomstandigheden

Een vlotterdebietmeter wordt altijd ontworpen voor een
gedefinieerde bedrijfsconditie van het meetmedium. Bij
vloeistoffen en gassen gaat het hierbij om de druk- en
temperatuurafhankelijke parameters (dichtheid en viscositeit)
onder meetomstandigheden.
Vooral bij gassen betekent dit een gedefinieerde bedrijfsdruk en
een gedefinieerde bedrijfstemperatuur. De aangegeven
nauwkeurigheid van het apparaat is altijd gerelateerd aan de
bedrijfsomstandigheden waarop de specificatie gebaseerd is.

Drukverlies

De bij het meetpunt beschikbare bedrijfsdruk moet groter zijn
dan het drukverlies van de debietmeter dat in de technische
gegevens is vermeld.
Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met
drukverliezen die door nageschakelde leidingen en armaturen
ontstaan.
Zie voor de gegevens over drukverlies Meetbereiktabel op
pagina 14.
80

Voorkomen van compressietrillingen tijdens gasmeting

Bij geringe debieten en een lage bedrijfsdruk kunnen
zogenoemde compressietrillingen van de vlotter optreden.
Als de in de technische gegevens vermelde minimaal vereiste
voordruk niet wordt bereikt, kan de debietmeter optioneel met
een mechanische vlotterdemping worden uitgerust.
De demping is voor de apparaattypen FAM3225 en FAM3255 met
een procesaansluitmaat > ¼ in beschikbaar.
Om zelf opgewekte compressietrillingen te voorkomen, de
volgende aanwijzingen conform VDI/VDE 3513 blad 3 in acht
nemen:
Keuze van een debietmeter met een zo laag mogelijk
drukverlies.
Zo kort mogelijke leidingen tussen de debietmeter en het
volgende voor- of nageschakelde restrictiepunt.
Beperking van het gebruikelijke meetbereik van overigens
10 tot 100 % naar 25 tot 100 %.
Bij het instellen van een debietwaarde altijd beginnend bij
grotere waarden naar deze waarde toegaan.
Verhoging van de bedrijfsdruk met inachtneming van de
hieruit voortvloeiende debietveranderingen ten gevolge
van dichtheidsveranderingen van het gas in de
bedrijfsmodus.
Vrije volumes zonder restricties vóór en na het apparaat
tot een minimum beperken.

Drukslagen

Vooral bij de meting van gassen kunnen druk- of stootslagen
optreden, indien gebruik wordt gemaakt van snel opende
magneetventielen en leidingdiameters zonder restricties. Dit is
ook het geval als gasbellen aanwezig zijn in vloeistoffen.
Daarbij stoot de vlotter als gevolg van de plotseling optredende
ontspanning van het gas in de leiding hard tegen de bovenste
vlotteraanslag.
In sommige gevallen kan het apparaat hierdoor onherstelbaar
beschadigd raken.
De mechanische vlotterdemping is niet geschikt om drukslagen
te compenseren!

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido