Onderhoud
Î
Schakel de motor uit.
VEILIGHEIDSROUTINE
¾ Open de afdekkap O 1 .
¾ Draai de veiligheidssleutel rechtsom in de stand
"0" P 2 .
¾ Druk op de accu-ontgrendeling O 5 .
¾ Breng de accu in de opslag- en transportmodus
van bevestigingstrap 1 O 3 .
¾ Sluit de afdekkap P 3 .
Til de uitwerpklep op T 1 .
Î
Verwijder de grasopvangzak T 2 .
Î
Laat de uitwerpklep weer neer T 3 .
Î
Draai de schakelaar op mulch S 2 .
Î
¾ Hang de grasopvangbak er niet weer aan, omdat
deze beschadigd kan worden.
Tips voor de verzorging van het gazon (afb. N )
Het gazon bestaat uit verschillende grassoorten.
Wanneer u vaak maait, wordt de groei van sterk
wortelend gras bevordert en wordt een stevige gras-
mat gevormd. Wanneer u zelden maait, ontwikkelen
zich in versterkte mate hooggroeiende grassoorten
en onkruid (bijv. klaver, madeliefjes)
Om uw gras gezond en gelijkmatig te laten groeien
en geen banen te laten ontstaan, moet u de
gemaaide banen altijd enkele centimeters laten
overlappen N .
- De normale hoogte van het gras ligt ongeveer bij
40–50 mm. Maai ca. een derde van de totale hoog-
te af, zodra het gras een hoogte van 60–70 mm
heeft bereikt.
- Maai het gras niet korten dan 45 mm, omdat an-
ders de grasmat bij droogte beschadigd kan raken.
- Maai hoog gegroeid gras in etappes tot de normale
hoogte.
Na afloop van het werk (afb. W )
Î
Schakel de grasmaaier uit en wacht tot de maai-
balk tot stilstand is gekomen.
VEILIGHEIDSROUTINE
¾ Open de afdekkap O 1 .
¾ Draai de veiligheidssleutel rechtsom in de stand
"0" P 2 en verwijder deze.
¾ Druk op de accu-ontgrendeling O 5 .
¾ Verwijder de accu O 2 .
¾ Sluit de afdekkap P 3 .
Leeg de grasopvangzak W 1 .
Î
Berg de grasmaaier op een veilige plaats op.
Î
72V Li-ION POWER 34-37-40
Let op !
Onderhoud
WAARSCHUWING !
Gevaar voor letsel of materiële schade.
¾ Onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden aan
het apparaat mogen alleen bij
uitgeschakelde motor worden
uitgevoerd.
¾ Grijp niet in de roterende maaibalk.
¾ Laat reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden en het
vervangen van veiligheidselementen
alleen door een gekwaliiceerd vakman
of een gespecialiseerde werkplaats
uitvoeren.
Zet de grasmaaier niet in een vochtige ruimte.
Î
Laat de grasmaaier aan het einde van het seizoen
Î
door een gekwaliiceerd vakman of een gespecia-
liseerde werkplaats inspecteren.
Reiniging van de grasmaaier (afb. W )
Gevaar voor verwondingen door roterende
maaibalk.
¾ Reinigingswerken aan het apparaat
mogen alleen bij uitgeschakelde motor
en stilstaande maaibalk uitgevoerd
worden.
Î
Schakel de grasmaaier uit en wacht tot de maai-
balk tot stilstand is gekomen.
VEILIGHEIDSROUTINE
¾ Open de afdekkap O 1 .
¾ Draai de veiligheidssleutel rechtsom in de stand
"0" P 2 en verwijder deze.
¾ Druk op de accu-ontgrendeling O 5 .
¾ Verwijder de accu O 2 .
¾ Sluit de afdekkap P 3 .
Î
Reinig na elke keer maaien de grasmaaier met
een handveger.
Î
Reinig de mulchklep regelmatig met een hand-
veger W 2 .
Spuit de grasmaaier in geen geval met water of
een hogedrukreiniger af.
GEVAAR !
Let op !
NL
65