GEBRUIKSAANWIJZING
REINIGINGSPROCEDURE VAN HET DPF/FAP®-SYSTEEM
Bij Euro 6-dieselmotoren met een lagedruk-egrklep (die na de DPF/FAP® is gemonteerd) koppelt u de klep los
of ontkoppelt u de stroomtoevoer naar de klep. Dit om te voorkomen dat deze tijdens de behandeling opengaat.
Als u deze handeling niet verricht kan de motor ernstige schade oplopen door het schuim dat ontstaat tijdens
het reinigingsproces van de DPF/FAP®.
Aansluiting op het DPF/FAP®-systeem
- Plaats het apparaat dicht bij het voertuig, indien mogelijk op een karretje, om trillingen tijdens de werking te voorkomen.
Zet het apparaat niet op het voertuig, omdat er per ongeluk vloeistof uit kan lekken.
- De DPF/FAP®-slang kan met behulp van de meegeleverde adapters op het deeltjesfiltersysteem van het voertuig worden
aangesloten.
Deze handeling kan op verschillende manieren plaatsvinden:
• Vanaf de slang van de DPF/FAP®-druksensor, aanbevolen. Zoek de drukslang en koppel hem van de sensor. Steek
de bijgeleverde snelkoppeling in de zojuist losgekoppelde slang en sluit vervolgens de DPF/FAP®-slang op deze
koppeling aan.
• Vanaf de DPF/FAP®-temperatuursensor. Demonteer de temperatuursensor van het filter en steek vervolgens het
sproeieraccessoire in het gat van de temperatuursensor. Let er daarbij op dat u de gaten waar de vloeistof uit naar
buiten komt in de richting van de uitlaatgasstroom draait, om er zeker van te zijn dat het DPF/FAP®-filter dat zich erin
bevindt rechtstreeks nat wordt gemaakt.
• Vanaf de lambdasonde
Opmerking: niet alle DPF/FAP®-systemen kunnen op deze manier worden gereinigd.
Verzeker u ervan dat het gat van de lambdasonde naar het DPF/FAP®-filter is gericht zonder de vloeistof door andere
onderdelen van het systeem te laten lopen, gebruik dus de adapter (A).
Als u de vloeistof voorbij andere onderdelen moet spuiten, gebruikt u de adapter met slang (B) door de juiste adapter
met steekverbinding erop te schroeven (meegeleverd M14-M16-M18). Laat de slang door de kabelleiding naar het
DPF/FAP®-filter lopen.
Reiniging van het DPF/FAP®-systeem - Voorbereiding
Voer de behandeling uit met een koud motor.
Vul het DPF/FAP®-reservoir met de reinigingsvloeistof. Voor één reinigingscyclus van het DPF/FAP®-filtersysteem is 1 liter
vloeistof voldoende.
Bij auto's met een filter met grote capaciteit of in geval van overmatige vervuiling kan het nodig zijn de behandeling verschillende
malen te herhalen om het gewenste resultaat te bereiken. Na de behandeling kan een regeneratie nodig zijn door middel van
diagnoseapparatuur.
LET OP: het apparaat kan niet werken als er niet voldoende vloeistof in het reservoir zit.
Gebruik alleen de speciaal hiervoor bestemde producten, aangezien de fabrikant niet verantwoordelijk kan worden gesteld
voor schade aan voertuigen en de apparatuur veroorzaakt door het gebruik van producten met andere eigenschappen dan
aanbevolen.
40
NL