Onderhoudsschema
Na het werk
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar. Apparaat niet met
water afspuiten en geen agressieve reini-
gingsmiddelen gebruiken.
Vuil water aflaten.
Pluizenzeef controleren, indien nodig
reinigen.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Zuiglippen en spatbescherming
schoonmaken, op slijtage controleren
en zonodig vervangen.
Borstels op slijtage controleren, indien
nodig vervangen.
Maandelijks
Afdichtingen tussen vuilwatertank en
deksel op toestand controleren, zono-
dig vervangen.
Borsteltunnel reinigen. (alleen BR-variant)
Jaarlijks
Voorgeschreven inspectie door klan-
tendienst laten uitvoeren.
54
Onderhoudswerkzaamheden
Zuiglippen vervangen
Zuigbalk afnemen.
Stergrepen er uit schroeven.
Kunststofdelen er uit trekken.
Zuiglippen er af trekken.
Nieuwe zuiglippen er in schuiven.
Kunststofdelen er op schuiven.
Stergrepen inschroeven en vastdraaien.
Borstelrol vervangen
Vuilwatertank legen.
Apparaar met de duwbeugel omlaag
drukken.
Rijgedeelte met de voet naar voren
draaien.
Borstel indrukken en naar onderen uit-
nemen.
Nieuwe borstelrol inzetten en inklikken.
Rijgedeelte met voet naar achteren
draaien.
Schijvenborstels vervangen
Vuilwatertank legen.
Apparaar met de duwbeugel omlaag
drukken.
Rijgedeelte met de voet naar voren
draaien.
Knop voor de instelling van de aan-
drijfsnelheid in de richting – draaien.
Schijvenborstels omhoog tillen.
Schijvenborstels ca. 45° draaien.
Schijvenborstels naar onderen afnemen.
NL
– 8