Veiligheidsinrichtingen
Veiligheidsinrichtingen dienen voor de be-
scherming van de gebruiker en mogen niet
buiten werking gezet of in hun functie om-
zeild worden.
Overstroomklep met twee
drukschakelaars
– Bij het verlagen van de waterhoeveel-
heid aan de pompkop of met de servo-
press-regeling gaat de overstroomklep
open en stroomt een deel van het water
terug naar de zuigkant van de pomp.
– Indien het handspuitpistool gesloten
wordt, zodat al het water naar de zuig-
kant van de pomp terugstroomt, scha-
kelt de drukschakelaar aan de over-
stroomklep de pomp uit.
– Indien het handspuitpistool opnieuw ge-
opend wordt, schakelt de drukschake-
laar aan de cilinderkop de pomp op-
nieuw in.
De overstroomklep is in de fabriek inge-
steld en verzegeld. Instelling uitsluitend
door de klantendienst.
Veiligheidsklep
– De veiligheidsklep gaat open als de
overstroomklep resp. de drukschake-
laar defect is.
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling uitsluitend door de
klantendienst.
Watertekortbeveiliging
– De watertekortbeveiliging verhindert
dat de brander in geval van watertekort
ingeschakeld wordt.
– Een zeef gaat de verontreiniging van de
beveiliging tegen en moet regelmatig
gereinigd worden.
Uitlaatgastemperatuurregelaar
– De uitlaatgastemperatuurregelaar
schakelt het apparaat uit indien de uit-
laatgassen een te hoge temperatuur
bereikt hebben.
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Apparaat, toebehoren,
toevoerleidingen en aansluitingen moeten
in een perfecte toestand zijn. Als dat niet
het geval is, mag het apparaat niet gebruikt
worden.
Parkeerrem vastzetten.
Handgreep monteren
Afbeelding 3
LET OP
Elektrische toevoerleiding in kabelgeleider
van de rechterbeugel hangen. Erop letten
dat de kabel niet beschadigd wordt.
Wieldoppen bevestigen
Afbeelding 4
Systeemonderhoud vullen
Instructie: Ter bescherming van het appa-
raat wordt de brander uitgeschakeld met
een vertraging van 5 uren als de fles sy-
steemonderhoud leeg is.
– Het systeemonderhoud verhindert de
verkalking van de verwarmingsspiraal
bij de werking met kalkhoudend leiding-
water. Het product wordt druppelgewijs
in de toevoerleiding van het vlotterre-
servoir gedoseerd.
– De dosering is in de fabriek ingesteld op
een gemiddelde waterhardheid.
Instructie: Een testverpakking systeemon-
derhoud behoort tot het leveringspakket.
Systeemonderhoud vullen.
Dosering van systeemonderhoud
Advance RM 110/RM 111 instellen
Plaatselijke waterhardheid vaststellen:
– via het plaatselijke waterleidingbedrijf,
– met een testapparaat voor de water-
hardheid (bestelnr. 6.768-004).
Waterhard-
heid (°dH)
<3
3...7
7...14
14...21
>21
NL
– 4
Schaal aan de servicescha-
kelaar
OFF (geen dosering)
1
2
3 (voorinstelling)
4
79