Bedrijfsmodus - EBARA E-SPD+ Manual De Instrucciones Y Mantenimento

NL

11 - BEDRIJFSMODUS

11a) Constante druk
1) Unit met één pomp
Door de directe uitlezing van de drukopnemer is de omvormer verantwoordelijk voor het regelen van de
draaisnelheid van de elektromotor van de pomp, zodat de netdruk vast en ongewijzigd blijft, binnen het
prestatiebereik van de pomp, ongeacht de onmiddellijke vraag naar het vereiste debiet. Wanneer de vraag naar
debiet het grootst is, neemt de druk van het waterleidingnet af. Op dit punt zorgt de drukopnemer, die de omvormer
voortdurend informeert over de actuele druk, ervoor dat de omvormer de elektromotor sneller laat draaien, zodat
de vastgestelde werkdruk wordt gegarandeerd. Wanneer de vraag naar debiet daarentegen afneemt, laat de
omvormer de elektromotor langzamer draaien, zodat de druk van het waternet onaangetast blijft.
Raadpleeg pagina 382 voor een typisch hydraulisch installatieschema (figuur 1).
2) Unit met meerdere pompen (multi-omvormer)
Wanneer er een netwerk is van twee of meer omvormers die op elkaar zijn aangesloten, beslist het systeem op een
afwisselende en geordende manier welke pomp het eerst moet starten, wanneer er vraag is naar debiet. Als deze
pomp eenmaal begint te draaien en stopt omdat er geen vraag meer is naar debiet, start het systeem de volgende
keer dat het wordt opgestart een andere pomp op, waarbij alle pompen waaruit het netwerk van omvormers
bestaat, draaien, zodat alle pompen in het netwerk van omvormers even vaak worden opgestart.
Als een pomp draait en het maximale toerental bereikt, en de netwerkdruk de vastgestelde werkdruk niet bereikt,
beslist het systeem of er nog een pomp moet worden opgestart, ter ondersteuning van de eerste pomp of hoeveel
er op dat moment ook draaien. Op dat moment berekent het netwerk van omvormers de draaisnelheid van de
motoren die de minimale elektriciteitsbehoefte garandeert en tegelijkertijd de werkdruk handhaaft.
Op dezelfde manier, en met hetzelfde uitgangspunt van maximale energiebesparing, berekent het systeem
voortdurend wanneer het pompen die op een bepaald moment in bedrijf zijn, kan uitschakelen.
11b) Drukverschil
In deze modus handhaaft de omvormer een drukverschil tussen de perszijde en de zuigzijde van de pomp in het
circulatiesysteem, ongeacht het debiet van het systeem.
De omvormer registreert continu de druk aan de drukzijde en aan de zuigzijde. Wanneer de vraag naar debiet het
grootst is, daalt het drukverschil. Op dit punt zorgt de omvormer ervoor dat de elektromotor sneller gaat draaien,
waardoor het ingestelde drukverschil wordt gegarandeerd. Wanneer de vraag naar debiet daarentegen afneemt,
laat de omvormer de elektromotor langzamer draaien, zodat het drukverschil van het waternet onaangetast blijft.
Deze bedrijfsmodus vereist ofwel een drukverschilsensor of 2 drukopnemers met dezelfde nominale druk.
Opmerking: In het geval van een drukverschilsensor is het noodzakelijk de sensor aan te sluiten op de analoge
ingang 4-20 mA (1).
In het geval van twee drukopnemers moet de sensor aan de drukzijde worden aangesloten op de analoge ingang
4-20 mA (1) en de sensor aan de zuigzijde op de analoge ingang 4-20 mA (2).
Raadpleeg pagina 382 voor een typisch hydraulisch installatieschema (figuur 2).
203