11c) Vaste snelheid
In deze modus handhaaft de omvormer een vast motortoerental dat door de gebruiker is ingesteld.
De snelheid van de motor kan dan handmatig worden gewijzigd.
11d) Constante temperatuur
In deze modus zorgt de omvormer voor een constante temperatuur in het systeem. Voor deze bedrijfsmodus moet
een temperatuursensor worden geplaatst op de plaats waar de temperatuur moet worden geregeld.
Opmerking: Voor een verwarmingssysteem, stel 6. FIJNAFSTELLING-parameter 6.03 in op Positief en voor een
koelsysteem, stel 6. FIJNAFSTELLING-parameter in 6.03 op Negatief.
Let op: Gebruik het juiste type temperatuursensor, afhankelijk van de toepassing.
11e) Temperatuurverschil
In deze modus zorgt de omvormer voor een constant temperatuurverschil in het systeem. Deze bedrijfsmodus
vereist een temperatuurverschilsensor of twee temperatuursensoren van dezelfde temperatuurclassificatie.
Let op: Gebruik het juiste type temperatuursensor, afhankelijk van de toepassing.
Opmerking: Bij temperatuurregeling kan het nodig zijn de instelling van de proportionele en integrale regeling
aan te passen aan de afstand tussen de temperatuursensor en de warmtewisselaar.
12 - OPSTARTWIZARD
De eerste keer dat u de spanning op uw unit aansluit, wordt een opstartwizard uitgevoerd waarin u de
basisparameters kunt configureren om de pompunit te kunnen opstarten. Voor bedrijfsmodi met meer dan 1 pomp,
draait deze wizard alleen op een van de units, ongeacht het aantal dat is aangesloten.
Tijdens het gebruik van deze wizard knippert de rode LED om aan te geven dat dit proces geactiveerd is.
S p a a n s
E n g e l s
F r a n s
A
:
0
1
M
O
O
E
L
F
C
O
N
S
A
F
3
1
D
S
a
l
i
r
o
l
e
s
D
U
S
R
N
T
A
N
T
E
D
E
O
N
R
U
K
A
A
S
A
A
c
e
p
t
O K
F2
U moet kiezen tussen de verschillende bedrijfsmodi van het systeem,
F
I
welke zijn:
F
C
MODE A: CONSTANTE DRUK
T
A
MODE B: DRUKVERSCHIL
MODE C: VASTE SNELHEID
O
K
MODE D: CONSTANTE TEMPERATUUR
F2
MODE E: TEMPERATUURVERSCHIL
204
NL