4.3 - OPTIMALE WERKING
Om optimale prestaties te bereiken, gelieve het volgende in acht te nemen::
• Stel de richting van de luchtstroom zo in dat hij niet rechtstreeks op mensen blaast.
• Stel de temperatuur in om het hoogst mogelijke comfort te bereiken. Stel het toestel niet af op te hoge
temperatuurniveaus.
• Sluit deuren en ramen in de modus KOELEN of VERWARMEN.
• Gebruik de toets TIMER AAN op de afstandsbediening om een tijdstip te selecteren waarop u de aircon-
ditioner wilt laten starten.
• Plaats geen voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat of luchtuitlaat, aangezien dit de efficiëntie van de
airconditioner kan verminderen en tot gevolg kan hebben dat de airconditioner niet meer werkt.
• Reinig het luchtfilter regelmatig, anders kan de koeling of verwarming minder goed werken.
• Gebruik de unit niet met het horizontale rooster in gesloten positie.
Wanneer de airconditioner weer gebruikt gaat worden:
• Gebruik een droge doek om het stof af te vegen dat zich op het achterste luchtinlaatrooster heeft opge-
hoopt, om te voorkomen dat het stof uit de binnenunit wordt verspreid.
• Controleer of de bedrading niet is afgebroken of losgekoppeld.
• Controleer of het luchtfilter is geïnstalleerd.
• Controleer of de luchtuitlaat of -inlaat geblokkeerd is nadat de airconditioner lange tijd niet is gebruikt.
5 - PROBLEMEN OPLOSSEN
5.1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Als zich een van de volgende situaties voordoet, schakel het apparaat dan onmiddellijk uit en sluit
het af van de elektriciteit.
• De voedingskabel is beschadigd of abnormaal verwarmd.
• Je ruikt een brandlucht.
• Het toestel maakt luide of abnormale geluiden.
• Een zekering is doorgebrand of de stroomonderbreker springt vaak uit.
• Water of objecten zijn in het apparaat gevallen.
PROBEER NIET ZELF HET PROBLEEM TE VERHELPEN ALS DEZE OMSTANDIGHEDEN
AANWEZIG ZIJN. NEEM ONMIDDELLIJK CONTACT OP MET EEN VERKOPER OF EEN BEVOEGD
ASSISTENTIECENTRUM!
5.2 - PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
De volgende problemen zijn geen storing en zullen in de meeste situaties geen reparatie behoeven.
Slechte werking
Het apparaat start niet
NL - 10
Oorzaak
Stroomonderbreking
De unit is van de stroom ontkoppeld.
Een zekering is gesprongen.
De batterijen vand e afstandsbediening
kunnen uitgeput zijn.
De bescherming van de compressor werd
3 minuten geactiveerd.
Mogelijke oplossing
Wacht tot de stroom is hersteld.
Controleer of de stekker in het stopcontact
zit.
De zekering vervangen.
De batterijen vervangen.
Wacht.