6 Op een waterbron aansluiten
► Sluit de waterpomp aan op een waterbron,
6.1.
► Vul het waterpomphuis met water,
► Vul de tank van de waterpomp,
► Vul motorolie bij,
► Controleer de bedieningsorganen,
► Als de stappen niet kunnen worden uitge‐
voerd: gebruik de waterpomp niet en neem
contact op met een STIHL dealer.
6
Op een waterbron aanslui‐
ten
6.1
Waterpomp op een waterbron
aansluiten
De waterpomp kan water aanzuigen uit regen‐
tonnen, reservoirs en uit stromend of stilstaand
water.
Om het water te kunnen aanzuigen, mag het
hoogteverschil tussen de waterpomp en de
waterbron niet groter zijn dan de maximale aan‐
zuighoogte (a),
18.1.
De aanzuigslang moet inherent stabiel zijn om
inzakken in geval van onderdruk te voorkomen.
De aanzuigzeef moet worden gebruikt.
Slangaansluitingen monteren
► Schakel de motor uit.
► Schroef de wartelmoeren (1) samen met de
aansluitstukken (2) en de pakking (3) vast.
0478-701-9906-C
6.2.
7.1.
7.2
9.1.
Slangen bevestigen
► Schuif de klemmen (1) op de drukslang (2) en
de aanzuigslang (3).
► Schuif de drukslang (2) over het aansluit‐
stuk (4).
► Schuif de aanzuigslang (3) over het aansluit‐
stuk (5).
► Lijn de klemmen (1) in het midden uit over de
weerstandsribben van de aansluitstuk‐
ken (2 en 3).
► Haal de bouten van de klemmen (1) aan.
De drukslang (4) en de aanzuigslang (5) zijn
stevig met de waterpomp verbonden.
► Plaats het bovenste deel van de aanzuig‐
zeef (6) op het onderste deel van de aanzuig‐
zeef (7) en draai het linksom totdat de marke‐
ringen (8) op het bovenste deel (6) en het
onderste deel (7) in één lijn staan.
Het bovenste deel (6) en het onderste deel (7)
van de aanzuigzeef zijn stevig met elkaar ver‐
bonden.
► Schuif de klem (9) op het andere uiteinde van
de aanzuigslang (5).
► Schuif het andere uiteinde van de aanzuig‐
slang (5) over het aansluitstuk van de aan‐
zuigzeef (10).
► Lijn de klem (9) in het midden uit op het aan‐
sluitstuk van de aanzuigzeef (10).
► Haal de bout van de klem (10) aan.
De aanzuigzeef (10) is stevig verbonden met
de aanzuigslang (5).
► Hang de aanzuigzeef (10) zodanig in de
waterbron zodat de aanzuigzeef (10) de
bodem niet raakt.
Nederlands
143