3�5
Ophijsen en transport
Raadpleeg de handleiding Waarschuwingen 3301151 voor het ophijsen en het transport
3�6
Inbedrijfstelling en installatie
Uitsluitend ervaren personeel mag de machine installeren. De aansluitingen moeten worden verricht in
overeenstemming met de van kracht zijnde normen en veiligheidswet (normen IEC 26-36 en IEC/EN60974-9).
Controleer of de netspanning overeenstemt met de spanning die op het plaatje met technische gegevens
van de generator is vermeld�
Sluit een stekker aan die geschikt is voor het stroomverbruik I1 dat op het typeplaatje is vermeld.
Controleer of de geel/groene geleider van de voedingskabel aangesloten is op het aardingscontact van de stekker.
De magnetothermische schakelaar of de zekeringen die tussen het elektriciteitsnet en de generator aangebracht
zijn, moeten een vermogen hebben dat gelijk is aan het stroomverbruik l1 van de machine.
De generator wordt in- en uitgeschakeld met de schakelaar F.
Eventuele accessoires in het lassysteem moeten voor de inschakeling op de generator worden aangesloten. De in-/
uitschakeling van de accessoires bij ingeschakelde generator veroorzaakt storingen in het systeem en kan in het
ernstigste geval schade aan de lasinstallatie veroorzaken. CEBORA S.p.a. biedt geen garantie als het lassysteem
verkeerd wordt gebruikt.
Het gebruik van niet-originele accessoires kan de correcte werking van de generator en eventueel de staat van
het systeem in gevaar brengen, waarbij elke vorm van garantie en aansprakelijkheid van CEBORA S.p.a. met
betrekking tot de lasgenerator vervalt.
Plaats het lasapparaat op dergelijke wijze dat de lucht vrijuit in het apparaat kan circuleren. Vermijd zoveel mogelijk
dat metaalstof of andere voorwerpen in het apparaat terechtkomen. Verzeker u ervan dat u het lasapparaat plaatst
op een plek die voldoende stabiliteit waarborgt. Het lasapparaat weegt ongeveer 102 Kg. Uitsluitend gekwalificeerd
personeel mag de machine installeren.De aansluitingen moeten verricht worden in overeenstemming met de van kracht
zijnde normen (IEC EN 60974-9) en de voorschriften voor ongevallenpreventie. Controleer of de voedingsspanning
met de nominale spanning van het lasapparaat overeenstemt. Gebruik voor de beveiliging zekeringen die aan de
gegevens vermeld op het technische plaatje voldoen. Monteer de stekker op de voedingskabel. Sluit de groen-gele
draad aan op de aardpool.
Dit lasapparaat is ontworpen voor de gelijktijdige montage van 3 lastoortsen en 3 draadspoelen met een MAX.
diameter van 200mm/8".
De machine kan niet lassen met de 3 lastoortsen tegelijkertijd� De lastoorts wordt gekozen door de knop van
te gebruiken lastoorts een enkele seconde in te drukken en daarna weer los te laten�
Op het achterste vlak kunnen 2 spoelen met een MAX. diameter van (180mm - 7.1in) en MAX. (1000mm
- 39.4in) hoog of 1 spoel met een MAX� diameter van (220mm – 8.7in) en MAX� (1600mm – 63in) hoog worden
aangebracht.
De spoelen moeten stevig met de geleverde riemen aan de steun worden bevestigd.
De gasfles moet zijn voorzien van een drukreductor en een debietmeter. Sluit de gasleiding afkomstig van het achterste
paneel van de machine pas op de drukregelaar aan als de gasfles is aangebracht.
Open de beweegbare zijkant, monteer de draadspoel op de steun, voer de draad afkomstig van de spoel aan
de reductiemotor in en controleer of het type en de diameter van de draad en die van de sleeprol met elkaar
overeenstemmen.
Lijn de draad uit met de gleuf van de sleeprol en laat hem uit de adapter C naar buiten komen. Sluit de sleeparm,
monteer de lastoorts en sluit de aardkabel aan op de aansluiting D� Monteer de rol en de lastoorts. Schakel de
152/163
GEVAAR
OPGELET
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
3301278