Zodra u de 6e periode van de werkdag hebt ingesteld, gaat u naar de instellingen
voor de weekenddag.
b. Om een weekenddag in te stellen, herhaalt u dezelfde stappen als voor een
weekdag.
c. Gebruik de pijltjestoetsen
d. Zodra u de laatste tijdsperiode van de weekenddag hebt ingesteld, druk nog-
maals op de toets
3. Instellen van de vakantiemodus
a. Houd de toets
rechter bovenhoek knippert in plaats van de huidige tijd, bent u in de Vakan-
tiemodus gekomen.
b. Om de Vakantiemodus in te schakelen, zet u met de pijltjes
rende tekst in de rechterbovenhoek op ON en bevestigt u deze met de toets
c. Eenmaal bevestigd, knippert er bovenaan het display een nummer dat het
interval van de Vakantiemodus aangeeft. Om het interval aan te passen, gebruik
de pijltoetsen
d. Na bevestiging van de interval gaat u verder met het instellen van de gewenste
temperatuur tijdens de Vakantiemodus. Om de temperatuur in te stellen,
gebruikt u opnieuw de pijltjestoetsen
toets
. Na bevestiging is de Vakantiemodus actief.
e. Om de Vakantiemodus uit te schakelen, houd de toets
conden ingedrukt en verander de tekst in OFF. Bevestig met de toets
de Vakantiemodus is uitgeschakeld.
Instellen van modi en A-functies op het display van een uitgeschakelde
thermostaat
Schakel het display van de thermostaat uit met de toets
schakeld, is alleen de onderste toetsenbalk actief.
Om naar de geavanceerde instelling A van de thermostaat te komen, houdt u de toets
gedurende 3 seconden ingedrukt.
en
.
en de Weekmodus is ingesteld.
3 seconden ingedrukt. Wanneer de tekst OFF of ON in de
en
. Om te bevestigen, druk op de toets
232
en
. Om te bevestigen, druk op de
. Als het display is uitge-
of
de knippe-
.
.
gedurende 3 se-
en