Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik altijd een goedgekeurd verlengsnoer dat geschikt is
voor het ingangsvermogen van dit apparaat (zie de technische
gegevens).
De verlengkabel moet geschikt zijn voor gebruik buitenshuis
en dient als zodanig te zijn gemarkeerd. Er kan een
verlengsnoer van 1,5 mm
2
m lang gebruikt worden zonder dat de prestaties van het
gereedschap afnemen. Controleer het verlengsnoer vóór
gebruik op tekenen van beschadiging, slijtage of veroudering.
Vervang het verlengsnoer als het beschadigd of defect is. Rol
het snoer altijd volledig af, wanneer u een haspel gebruikt.
Kenmerken
Dit gereedschap is voorzien van enkele of alle van de
volgende kenmerken.
1. Hoofdhandgreep
2. Vergrendelknop
3. Variabele snelheidsschakelaar
4. Hendel Vooruit/Achteruit
5. Standenselectieschakelaar
6. Kraag
7. SDS+ boorkop
8. Diepteaanslag
9. Zijhandgreep
10. Datumcode
11. SDS-Plus-bit
12. Stofreservoir
13. Sleutelloze boorkop
Montage
WAARSCHUWING! Vóór het uitvoeren van de volgende
werkzaamheden moet het gereedschap zijn uitgeschakeld en
de stekker uit het stopcontact zijn getrokken.
Bevestigen van de zijhandgreep (Afb. A)
WAARSCHUWING! Gebruik, wanneer u het gereedschap
gebruikt, voor de veiligheid de zijhandgreep (9).
De zijhandgreep kan worden gemonteerd voor zowel
linkshandige als rechtshandige gebruikers.
Draai de greep naar links tot u de zijhandgreep naar de
u
voorkant van het gereedschap kunt schuiven.
Draai de zijhandgreep in de gewenste stand.
u
Zet de zijhandgreep vast door de greep naar rechts te
u
draaien.
WAARSCHUWING! Denk eraan de zijhandgrepen goed te
installeren wanneer u het gereedschap gebruikt.
Een hulpstuk aanbrengen (Afb. A)
Reinig en smeer de schacht (11) van de SDS-Plus-boor.
u
Plaats de schacht van het accessoire in de SDS
u
+-boorknop (7).
tot H05VV-F en maximaal 30
(Vertaling van de originele instructies)
Duw het accessoire omlaag en draai het lichtjes tot het in
u
de sleuven past.
Controleer dat het hulpstuk goed is vergrendeld, door
u
eraan te trekken. Voor de hamer- en de boorfunctie moet
het accessoire in de gereedschapshouder meerdere
centimeters in de lengterichting kunnen bewegen.
Trek, om het accessoire te verwijderen, de sleuf (6) terug
u
en trek het accessoire uit de gereedschapsklem.
Stofreservoir plaatsen (Afb. E)
Steek de SDS Plus-boor (11) in het stofreservoir (14),
u
steek vervolgens de boor (11) met het stofreservoir in de
gereedschapsklem (7).
Gebruik het stofreservoir alleen wanneer de eenheid
u
wordt gebruikt om verticaal te boren (Afb. F).
Gebruik
WAARSCHUWING! Draag altijd handschoenen wanneer u
accessoires wisselt. De blootgestelde metalen delen van het
gereedschap en accessoires kunnen uitermate heet worden
tijdens het gebruik. Belast het gereedschap niet te veel.
Niet overbelasten. Gebruik het gereedschap op juiste wijze,
raadpleeg de instructiehandleiding.
WAARSCHUWING! Controleer waar zich bedrading en
leidingen bevinden voordat u in muren, vloeren of plafonds
boort.
De boordiepte instellen (Afb. A)
De diepteaanslag is een handige functie die ervoor zorgt dat u
gaten van gelijke diepte kunt boren. Draai de zijhandgreep los
zodat u de dieptemeter op de gewenste diepte kunt instellen.
Draai daarna de zijhandgreep vast.
Draai de zijhandgreep (9) los door de greep naar links te
u
draaien.
Stel de diepteaanslag (8) op de gewenste positie in. De
u
maximale boordiepte is gelijk aan de afstand tussen de
punt van de boor en de voorkant van de dieptestop.
Zet de zijhandgreep vast door de greep naar rechts te
u
draaien.
In- en uitschakelen (Afb. A)
WAARSCHUWING! Controleer, voordat u het gereedschap
op de stroomvoorziening aansluit, dat de variabele
snelheidsschakelaar vrij kan bewegen en naar de
uitgangspositie kan terugkeren wanneer u de schakelaar
loslaat. Controleer voordat u het gereedschap op de
stroomvoorziening aansluit dat de schakelaar niet in de aan-
stand is vergrendeld.
Schakel het gereedschap in door op de variabele
u
snelheidsschakelaar (3) te drukken. De snelheid van
het gereedschap hangt af van hoe ver u de schakelaar
indrukt.
NEDERLANDS
33