Hella Gutmann
6. Start de kalibratie met het diagnoseapparaat via
5.3. Achterkantradar afstellen
5.3.1. Wielhouders aan de achterwielen bevestigen
Ga als volgt te werk om de wielhouder aan te brengen op het achterwiel:
1. Breng op elk van beide achterwielen een wielhouder aan.
OPMERKING
Let erop dat de luchtbellen van beide wielhouder-libellen centraal zijn uitgericht.
VOORZICHTIG
Laserstraling
Beschadiging of vernieling van de oognetvliezen
Kijk nooit direct in de laserstraal.
2. Richt de lasermodule door te draaien loodrecht ten opzichte van de ondergrond uit.
3. Schakel de lasermodule van de wielhouder in.
De laserpunt wordt weergegeven op de vlakke ondergrond.
4. Voer de stappen 2 en 3 uit voor de tweede wielhouder.
Nu zijn de beide wielhouders correct aangebracht op de achterwielen.
5.3.2. Basisprofiel op de juiste afstand en parallel achter het voertuig
positioneren
Ga om het basisprofiel van de Rear Cam Kit I Basic op de juiste afstand en parallel achter het voertuig te positioneren als
volgt te werk:
1. Verbind het diagnoseapparaat met het voertuig (zie gebruikershandleiding mega macs).
2. Selecteer in het hoofdmenu >Diagnose<.
3. Selecteer onder >Basisinstelling< het systeem dat moet worden gekalibreerd.
4. Positioneer het basisprofiel achter het voertuig.
CSC-Kit Radar III
.
Werken met de Radar Kit III | 5.
117