NL
Hierdoor wordt de brandstof verdeeld over het brandstofsysteem van de zaag. Sluit vervolgens de chokehendel in de START-
-stand en trek nogmaals krachtig aan het starterkoord. Laat bij het starten van de motor het startkoord los. Laat de motor war-
mdraaien met de chokehendel iets uitgetrokken en sluit hem dan volledig in de stand RUN.
Als u verdachte geluiden of trillingen hoort, schakelt u de kettingzaag onmiddellijk uit
Om de kettingzaag uit te schakelen als u klaar bent met werken, laat u de druk op de handgreep los en laat u de motor even
stationair draaien. Zet dan de schakelaar in de uit - O stand en wacht tot de ketting stopt. Als de ketting is gestopt, moet de ket-
tingzaag worden onderhouden.
Alvorens met de werkzaamheden te beginnen, moet nog worden nagegaan in hoeverre de ketting geolied is. Controleer daartoe
bij de instelling voor gemiddelde snelheid of de ketting lichtjes olie spettert. Bij ingeschakelde kettingzaag het zaagblad iets naar
beneden kantelen. En als er na 1 minuut een olievlek zichtbaar is onder het zaagblad, wijst dit op een goede kettingsmering. Als
het nodig is de hoeveelheid afgegeven olie aan te passen, moet dit gebeuren met de knop aan de onderkant van de kettingzaag.
Kettingsmeerolie en brandstof moeten redelijk gelijkmatig slijten. Telkens wanneer u brandstof bijvult, moet u ook de kettingsme-
erolie bijvullen.
Werken met de kettingzaag
Als alle in de bovenstaande paragrafen beschreven stappen zijn doorlopen, kunt u de kettingzaag gaan gebruiken.
Controleer de goede werking van de terugslagrem voor elke start van de kettingzaag. Houd hiervoor de kettingzaag horizontaal,
laat de voorhandgreep los en laat de geleider tegen de stronk of het stuk hout slaan. De hoogte waarop de kettingzaag moet
worden losgelaten hangt af van de lengte van de kettinggeleider. Als de rem niet werkt, moet u de kettingzaag laten repareren en
afstellen bij een erkend reparatiebedrijf.
Als de rem tijdens het gebruik wordt aangetrokken, laat u de hendel los en laat u de motor stationair draaien. Anders zal de dra-
aiende motor de koppelingsplaat verhitten, wat tot schade aan de kettingzaag kan leiden.
Als u van plan bent om voor het eerst met een kettingzaag te werken, moet u advies inwinnen voordat u aan het werk gaat En
het eerste werk met de kettingzaag zou moeten bestaan in het zagen van de voorbereide stammen die in de geit worden gelegd.
Tijdens het werk moeten elementaire veiligheidsregels in acht worden genomen. Er moet ook rekening worden gehouden met
de mogelijkheid van terugslag van de kettingzaag naar de bediener. De kettingzaag kan naar de gebruiker terug stuiteren als de
zaagketting weerstand ondervindt. Om dit risico te minimaliseren is het noodzakelijk:
Aandacht te besteden aan de ligging van de top van de kettinggeleider tijdens het zagen. Zaag niet met het bovenste kwart van
de bovenkant van de kettinggeleider (XII).
Zaag alleen met een ketting die over het onderste deel van de kettinggeleider schuift. Bij het zagen van hout kan de onderste
bumpertand worden gebruikt als bevestiging voor de zaagspilas (XIII).
Plaats op het te verzagen hout, alleen een kettingzaag die al loopt. Start de kettingzaag niet op nadat u deze tegen
De kettingzaag niet op schouderhoogte of hoger tillen (XIV) tijdens het werk.
Ga niet in het snijvlak staan. Dit zal het risico op letsel in geval van terugslag van de kettingzaag verminderen (XV)
Houd de kettingzaag altijd met beide handen vast tijdens het werken.
Zorg ervoor dat de ketting altijd geslepen en goed opgespannen is.
TIPS VOOR HET WERKEN MET EEN KETTINGZAAG
Bij het zagen moet u een comfortabele houding aannemen en zorgen voor volledige bewegingsvrijheid.
Snijd bij het zagen van takken en twijgen niet aan de stam zelf, maar ongeveer 15 cm van de stam. twee inkepingen op een
diepte gelijk aan 1/3 van de takdiameter op een afstand van ongeveer 8 cm van elkaar. Een inkeping van onderaf, een tweede
van bovenaf. Zaag vervolgens de tak vlak naast de stam tot een diepte van 1/3 van de takdiameter. Werk de snede af door de tak
van bovenaf af te snijden. Snij de tak niet van de bodem af (XVI).
Bij het vellen van een boom moet de kapplaats vooraf worden voorbereid zoals beschreven onder "Voorbereiding van de wer-
kplek". een veilige grond te bereiden voor bij het kappen van de boom.
Als een boom valt, sta dan op een veilige afstand van de zijkant tot het valvlak van de boom.
Bij de keuze van het valpad voor de boom moet u rekening houden met factoren als het terrein, het zwaartepunt van de boom, de
verdeling van de boomkroon en de windrichting.
Om de boom goed voor te bereiden op het vellen, maakt u een insnijding in de stam tot een diepte van 1/3 van de stamdiameter
aan de kant waar de boom moet vallen, en maakt u vervolgens nog een insnijding onder een hoek van 45 graden ten opzichte van
de eerste. Zodanig dat een "wig" uit de stam wordt gesneden. Begin vanaf de andere kant van de stam loodrecht op de as van
de stam te snijden, iets hoger (ongeveer 4 cm) dan de basis van de gesneden "wig". Zaag de stam niet door. Laat een stuk met
een lengte van ongeveer 1/10 van de stamdiameter achter. Steek vervolgens de wig voor het splijten van de boom in de spleet
ontstaan tegenover de geplande valkant van de boom (XVII).
Als een boom al tijdens het zagen valt, trek dan de zaag van de stam en ga via de voorbereide vluchtroute naar een veilige
afstand.
Als de kettingzaag bij het zagen van de stam vast komt te zitten, mag deze nooit met draaiende motor worden achtergelaten in
deze positie. Schakel de zaagmotor uit en gebruik wiggen om de kettingzaag uit de stam te halen.
Bij het verdelen van een reeds in stukken gezaagde boom moeten de volgende regels in acht worden genomen.
Plaats het hout op een zaagbok of een standaard zodat het zaagstuk vrij op de grond kan vallen zonder dat de kettingzaag va-
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
121