4. Aansluiten
Schakel voordat u begint met aansluiten alle
audioapparatuur uit.
De luidsprekeraansluitingen van de 800 Diamond en de
802 Diamond accepteren verschillende soorten kabels
en pluggen: 4 mm banaanstekkers, 6 mm en 8 mm
(1/4" en 15/16") spades, of blanke draadeinden van
max. 4 mm (5/32").
Belangrijk voor uw veiligheid
In bepaalde landen, vooral Europa, wordt
het gebruik van 4 mm banaanstekkers
beschouwd als potentieel gevaarlijk omdat deze ook
in onbeschermde stopcontacten kunnen worden
gestoken. Om te voldoen aan de Europese CENELEC
veiligheidsregels zijn de openingen op de aansluitingen
geblokkeerd met plastic pennen. Wanneer u het
product gebruikt in een land waar deze regels gelden,
dient u zich ervan te overtuigen dat banaanstekkers
niet op onveilige manier kunnen worden gebruikt door
kinderen en andere niet geïnformeerde personen.
Vraag uw leverancier om informatie over kabels.
Houd de totale impedantie beneden het maximum
als aanbevolen in de technische gegevens en gebruik
kabel met een lage inductie om verzwakking van hoge
frequenties te voorkomen.
32
Er bevinden zich op de achterzijde van elke luidspreker
twee paar aansluitingen om bi-wiring (links) mogelijk
te maken. Voor conventionele verbinding met een
enkele kabel (rechts) brengt u de bijgevoegde
doorverbindingen aan tussen de aansluitingen van
dezelfde polariteit. Wanneer de kabel van de versterker
spades heeft, brengt u de doorverbindingen aan in de
4 mm opening aan het einde van elke aansluiting. Ook
kan het nodig zijn de kapjes van beide aansluitingen
die worden gebruikt voor de kabel van de versterker
te verwijderen om het contactvlak zo groot mogelijk te
maken, vooral wanneer de banaanstekkers kort zijn.
Zorg ervoor dat de positieve aansluitingen van
de luidspreker (rood) worden verbonden met de
positieve uitgang van de versterker en de negatieve
aansluitingen van de luidspreker (zwart) worden
verbonden met de negatieve uitgang van de versterker.
Foutieve verbinding is niet schadelijk maar vertroebelt
het stereobeeld en geeft verlies aan laag. Draai altijd de
kapjes van de aansluitingen geheel vast om rammelen
te voorkomen.
Opmerking: Bi-wiring scheidt de signaalwegen
van elke sectie van de luidspreker en kan zowel
het stereobeeld verbeteren als de resolutie van
details. Ook kan dan voor elke frequentieband een
verschillend type kabel worden gebruikt.
Bi-amping gaat nog een stap verder en betreft het
gebruik van twee onafhankelijke eindversterkers
voor elke luidspreker. Dit is niet hetzelfde als een
volledig "actieve" sturing omdat het in de luidspreker
ingebouwde passieve wisselfilter nog steeds wordt
gebruikt. Bij gebruik van bi-amping dient erop te
worden toegezien dat elke versterker dezelfde
versterking heeft, omdat anders de klankbalans wordt
verstoord.
Controleer ook de absolute fase van de versterkers;
sommige versterkers keren het signaal om en het
gebruik ervan in combinatie met een versterker
die dat niet doet zal voor een verstoorde
frequentiekarakteristiek zorgen. Heeft u een
combinatie van een omkerende en een niet-
omkerende versterker, verwissel dan de polariteit
van de luidsprekeraansluitingen van de omkerende
versterker.
Onthoud dat hoewel de middentoner en, nog meer,
de tweeter minder continu vermogen kunnen (en
hoeven) te verwerken dan de woofers, de versterker
die dit deel stuurt een voldoende vermogen dient te
hebben om kortstondige pieken op hoge frequenties
zonder vervorming te kunnen leveren. Een hoge
maximale spanning staat voor veel vermogen en het
is daarom niet echt raadzaam een versterker met
minder vermogen de middentoner en tweeter te laten
aansturen dan wordt gebruikt voor de woofers.